Bedrijfsadministratie Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans Inhoud 1
Bedrijfsadministratie Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans
Inhoud 1 De balans 2 Veranderingen in de balans 3 Grootboekrekeningen en journaal 4 Rekeningenschema en kolommenbalans 5 De boekhoudcyclus 6 Subadministratie en dagboeken 7 Omzetbelasting 8 Afschrijven en kruisposten 9 Administratie van een onderneming 1
► Wat heb ik de vorige les geleerd? ► Wat ga ik nu leren? 2
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Het rekeningenschema ► In de praktijk krijgt elke grootboekrekening een nummer. ► Dit nummer is niet willekeurig gekozen maar gebaseerd op het decimale rekeningstelsel. ► Het rekeningenschema heeft een vaste indeling. ► Het decimale rekeningstelsel gebruikt tien rubrieken, namelijk de rubrieken 0 tot en met 9. 3
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Het rekeningenschema ► Rubriek 0: Vaste activa, eigen vermogen en vreemd vermogen op lange termijn ► Rubriek 1: Vorderingen en schulden op korte termijn en de betalingsmiddelen ► Rubriek 2: Tussenrekeningen 4
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Het rekeningenschema ► Rubriek 3: Voorraden grondstoffen en hulpstoffen ► Rubriek 4: Kostenrekeningen ► Rubriek 5 en 6: Rekeningen van indirecte kosten en fabricagekosten 5
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Het rekeningenschema ► Rubriek 7: Voorraden goederen ► Rubriek 8: Verkooprekeningen ► Rubriek 9: Rekeningen voor bijzondere resultaten 6
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Het rekeningenschema ► Alle grootboekrekeningen in de rubrieken 0, 1, 2, 3 en 7 zijn balansrekeningen. ► Alle grootboekrekeningen in de rubrieken 4, 5, 6, 8 en 9 zijn hulprekeningen van het eigen vermogen en komen op de winst-en-verliesrekening. ► De rekeningnummers worden gebruikt in de journaalpost. 7
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► De kolommenbalans bestaat uit vier overzichten: ► Proefbalans ► Saldibalans ► Resultatenrekening ► Eindbalans 8
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans 9
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Proefbalans ► De grootboekrekeningen zijn de basis voor het maken van de proefbalans. ► Op een proefbalans staan de tellingen van de debetzijde en de creditzijde van alle grootboekrekeningen vermeld. 10
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Saldi is het meervoud van saldo. Op de saldibalans noteer je het saldo van elke grootboekrekening. ► Voor de berekening van het saldo van elke grootboekrekening zet je de volgende stappen: • Je trekt de bedragen van de proefbalans van elkaar af. • Je zet het bedrag op de proefbalans aan de kant van het hoogste bedrag van de proefbalans. 11
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Resultatenrekening en eindbalans ► De laatste twee kolommen van de kolommenbalans zijn de resultatenrekening en de eindbalans. ► Deze laatste twee kolommen vul je tegelijk in omdat het saldo van een grootboekrekening óf op de resultatenrekening komt óf op de balans komt. ► Resultatenrekening ► de saldi van de hulprekeningen van het eigen vermogen ► Balans ► de saldi van de rekeningen van bezit en schuld en het eigen vermogen 12
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Resultatenrekening en eindbalans Er zijn twee bijzondere grootboekrekeningen: ► De grootboekrekening Privé komt niet op de resultatenrekening en niet op de eindbalans. ► Het saldo van de grootboekrekening Privé wordt verwerkt in het saldo van het eigen vermogen. ► Het saldo van de grootboekrekening Eigen vermogen kan pas als laatste bepaald worden. 13
Hoofdstuk 4 Rekeningenschema en kolommenbalans ► Resultatenrekening en eindbalans De laatste stap is het berekenen van het eigen vermogen. ► Het berekenen van het eigen vermogen kan op twee manieren: • Eigen vermogen is Bezit min schuld • Eigen vermogen is Eigen vermogen saldibalans + nettowinst – privé. 14
- Slides: 15