Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Welke functies zijn

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Welke functies zijn in het menselijk lichaam van direct levensbelang? l De drie vitale functies: • Hersenfunctie • Ademhaling • Bloedsomloop 1

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Wat heeft elke cel in het menselijk lichaam nodig om te kunnen blijven leven? Zuurstof l Voedingsstoffen l 2

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Wat verstaan we onder zuurstoftransport? l Het proces waardoor zuurstof de cellen bereikt. 3

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL In welk orgaan wordt zuurstof uit de buitenlucht in het bloed opgenomen? l In de longen 4

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL In welk orgaan worden de voedingsstoffen in het bloed opgenomen? l In de dunne darm. 5

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Waarvoor gebruiken de cellen zuurstof? l Voor de verbranding van de voedingsstoffen (stofwisseling). 6

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Wat ontstaat er bij de stofwisseling en hoe worden deze stoffen afgevoerd? Afvalstoffen. l Via het bloed naar: • De nieren (urine) • De darmen (ontlasting) • De longen (koolzuur) l 7

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Wat verstaan we onder de bloedsomloop? l Het stromen van het bloed door de slagaders, aders en haarvaten door de werking van het hart. 8

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Hoe heet het proces waardoor zuurstof de cellen bereikt? l Het zuurstoftransport. 9

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Wat is het gevaar voor een slachtoffer dat bewusteloos is l Dat de weke delen in de mondholte zoals de tong en het strottenklepje verslappen en de luchtweg afsluiten 10

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Noem minstens drie oorzaken waarvan stoornissen in de vitale functies het gevolg kunnen zijn. l l l Geheel of gedeeltelijk afgesloten luchtweg. Onvoldoende werking van het hart Onvoldoende werking van de longen Onvoldoende bloed in de bloedvaten Gestoorde sturing vanuit de hersenen 11

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Noem een aantal oorzaken waardoor de luchtweg geheel of gedeeltelijk afgesloten kan zijn? l l l Bloed, braaksel of speeksel Ophanging of wurging De tong (bewusteloze) Vreemd voorwerp Astma Zwelling door prikkelend gas of hete lucht 12

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Noem drie oorzaken waardoor de werking van de longen onvoldoende kan zijn. l l l Doordringende borstwond Beschadiging van de hersenen Verdrinking of bedelving Stoornissen van de bloedsomloop Oppervlakkig ademen bij pijn door gebroken ribben. 13

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Noem drie oorzaken van een onvoldoende werking van het hart? l l l Infarct of stoornissen in het ritme Beschadiging van hersenen of ruggenmerg Stoornissen in de ademhaling Groot bloedverlies Elektrische schok 14

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Noem twee oorzaken waardoor onvoldoende bloed door de bloedvaten stroomt. Uit- of inwendige bloeding l Uitdroging l 15

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Noem tenminste drie oorzaken waardoor een gestoorde hersenwerking kan ontstaan. l l l l l Beroerte Schedelletsel Stoornissen in de ademhaling of bloedsomloop Epilepsie Vergiftiging Suikerziekte Onderkoeling Oververhitting Elektrische schok 16

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Noem twee ziektes die kunnen leiden tot een storing in de vitale functies. Epilepsie l Suikerziekte l 17

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Op welke vitale functies zal een elektriciteitsongeval invloed hebben? Bewustzijn l Bloedsomloop l 18

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Wat is het gevolg van een stoornis in het zuurstoftransport? l Zuurstoftekort waardoor op langer termijn cellen worden beschadigd. 19

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Waartoe leiden beschadigingen van de hersenen en wat is het gevolg? l Ontregeling van ademhaling en bloedsomloop waardoor het zuurstoftekort verder toeneemt. 20

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Wat is de beste graadmeter voor een stoornis in de vitale functies? l Het bewustzijn, omdat de hersencellen zeer gevoelig zijn voor een tekort aan zuurstof. 21

Basismodule EHBO hoofdstuk 2 OWL Hoe kan shock het best omschreven worden? l De toestand wanneer er niet genoeg bloed door de bloedvaten stroomt, waardoor zuurstoftekort ontstaat. 22