Basiscursus Licentie 2 Bedrijfsvoeren gewasbescherming 1 Verdeling en
Basiscursus Licentie 2 Bedrijfsvoeren gewasbescherming 1
Verdeling en apparatuur Hoofdstuk 4 2
Druppels en druppelvorming • Vernevelen: Ø drukvernevelen (Veldspuit, Rugspuit en Dwarsstroomspuit) Ø roterend vernevelen (Schuifvernevelaar) Ø luchtvernevelen (Venturi werking) 3
Grootte druppel
Druppels en druppelvorming ØDrukvernevelen: o Vloeistof persen door kleine opening vlies o Na het verlaten van de opening druppels o Grootte van vlies en druppel afh. opening en druk. Hoge snelheid en kleine opening fijne druppel. o Rugspuit, veldspuit en dwarsstroomspuit 5
Druppels en druppelvorming Ø Roterend vernevelen o Als de druppel belangrijk is gebruik eventueel Constante Druppel Afgifte (CDA) o Roterende schijfvernevelaar o 500 -4200 rpm o Onkruidlans en mankar 6
Druppels en druppelvorming ØLucht vernevelen o Lucht met grote snelheid door een venturi ontstaat onderdruk o Lucht trekt vloeistof uit elkaar druppels o Grote is afh. van luchtsnelheid en vloeistofstroom o vb. Pulsfog 7
Druppels en druppelvorming 8
Druppels en druppelvorming • Druppelgrootte Ø Waar is de druppelgrootte van afh. ? Druk Vloeistofstroom Opening Ø Druppelspectrum Ø Druppelgrootte: micron Ø 1 micron= 1 duizendste mm = 0, 001 mm 9
Druppelspectrum D 10 van 200 wil zeggen dat 10% van de druppels < 200 micron D 50 = 50% van het volume bestaat uit druppels kleiner dan de aangegeven diameter D 90 = 90% van het volume bestaat uit druppels kleiner dan de aangegeven diameter VMD = volume median diameter. Dus vmd 250 µm betekent dat 50% groter dan wel kleiner is dan 250 µm. 10
Druppelspectrum • Druppels zijn niet uniform • Druppel grootte in micron of 0, 001 mm 11
Druppelspectrum • Gebruik dop bij de juiste druk. • Zorg voor een klein druppelspectrum. Dus een lage VMD. Dan zijn alle druppels min of meer gelijk. • Bij te grote druk zal er een minder nauwkeurig druppelspectrum zijn. 12
Druppels en druppelvorming • Depositie = bedekkingsgraad ØBij hogere bedekkingsgraad= betere werking van het middel Ø 100 µm = beste voor bedekking 13
Gewasbescherming draait o. a. om optimaal verdelen spuitvloeistof. Hoe kleiner de druppel des te groter de oppervlakte die wordt bedekt. Hoe kleiner de druppel hoe minder indringend vermogen hij heeft. De bedekkingsgraad met dezelfde hoeveelheid vloeistof door verschillende druppelgrootte 14
Klasse indeling druppelgrootte • Klasse indeling ZF Zeer fijne druppels <150 µ F Fijne druppel 150 -200 µ M Middel druppel 200 -300 µ G Grove druppel 300 -400 µ ZG Zeer grove druppel >400 µ 15
Druppels en druppelvorming • Druppelspectrum en druk Ø Zeer klein druppelspectrum is technisch niet altijd mogelijk Ø Hoe lager de druk, hoe nauwer het spectrum van grotere druppels Ø Gebruik dop met bijbehorende druk Ø Voorkeur druk=3 bar bij open teelten 16
Druppels en druppelvorming • Eisen bedekkingsgraad Ø Systemische middelen: worden door plant opgenomen, optimaal bij fijne druppels en grote bedekkingsgraad. Ø Contact middelen: werkt alleen waar druppels zijn. Met fijne druppels spuiten. Ø Bodemherbicide kun je met grovere druppels spuiten. 17
Druppels en druppelvorming • Op etiket of naslag werken staat; Ø Uitvloeier toevoegen? Ø Dosering/ha Ø Hoeveelheid water mengen L/ha Ø Optimale druppelspectrum 18
Druppels en druppelvorming Indringing gewas afh. van rijsnelheid en druk Ø Langzaam rijden met hoge druk betere indringing dan snel rijden met lage druk Ø Bij sneller rijden is er een grotere voorwaartse beweging. Druppel komt dan niet laag genoeg in gewas. Ø Type gewas (blad) heeft wel invloed 19
Druppels en druppelvorming • Welke dop? Doppentabel geeft info over: o Druppelgrootte o Spuithoek o Spuitdruk o Dopcapaciteit 20
Vragen 1. Wat betekent VMD? volume median diameter. 50% druppels is kleiner dan dit getal en 50% groter. 2. Kleine en zeer kleine druppels geven de beste bedekking. Waarom gebruik je toch vaak grote druppels. Om in open teelten drift te voorkomen. 21
Vragen 3. Hoe krijg je de beste indringing in het gewas? Door niet te snel te rijden/lopen met hoge druk. 4. Wat is het verschil tussen contactmiddelen en systemische middelen? Contactmiddelen moet je beter verdelen want zij werken alleen daar waar ze terecht komen. 22
2. Spuitdoppen algemeen Spuitdoppen Ø Verdelen de spuitvloeistof in druppels Capaciteit Ø afh. van spuitdruk en opening dop Ø Spuitdrukverhoging geeft geen evenredige afgiftevermeerdering Ø Capaciteit van een dop verdubbelen druk 4 x hoger 23
2. Spuitdoppen ØZie doptabel XR blz. 152 ØCode is in gallon (3, 785 lt) per minuut. Amerikaanse maat Bij 2, 8 bar: ØDop 02 = 0, 8 L/min (minder L/ha maar meer drift) Ø 03 = 1, 2 L/min Ø 04 = 1, 6 L/min Ø 05 = 2, 0 L/min Ø 06 = 2, 4 L/min 24
2. Spuitdoppen Spuithoek of tophoek Ø Hoek waaronder de vloeistof de dop verlaat Ø Hoe hoger de druk, hoe groter de spuithoek Ø Een dop van 11004 kan dichter bij het gewas dan 8004 minder drift 26
Tophoek en 50% overlap 27
Tophoek: 1100 zit op 50 cm afstand. Fijnere druppel 800 zit op 75 cm afstand. Grovere druppel 1200 nieuw voor minder drift Bij hogere druk meer drift. 28
2. Spuitdoppen Kantdop gebruiken langs oppervlakte water Laatste dop aan de spuitboom 29
2. Spuitdoppen Soorten spuitdoppen: Ø Ketsdoppen Ø Kegeldoppen (werveldop) Ø Spleetdoppen Ø Luchtaangezogen spuitdoppen (Venturi) Ø Luchtinjectiedoppen: Airjet, Airtec, High. Tec. Air 30
2. Spuitdoppen Ketsdoppen Ø Volle ellips Ø Luchtinjectiedoppen, hebben minder water volume nodig Ø Grotere neerwaarste snelheid door extra luchtstroom vanuit luchtinjectie Ø Druppels dringen goed in het gewas door 31
2. Spuitdoppen Werveldop • Ronde opening met holle of volle spuitkegel • Ronddraaiende waterstroom wordt door het gaatje geperst • Mindere vloeistofverdeling • Fijne druppels: driftgevoelig • Minder gauw verstop • Gewas komt in beweging 32
2. Spuitdoppen Spleetdop • Spuitvloeistof wordt door gat geperst • In de lucht druppel vorming • De breedte van de spleet bepaalt de druppelgrootte • Volle ellips • Gelijkmatige verdeling 33
2. Spuitdoppen Venturidop • Via venturi wordt lucht in de dop aangezogen. Lucht + vloeistof worden aangezogen • Grovere druppel. • Betere bedekking, minder drift • 3 -5 bar • Fruitteelt en akkerbouw 34
2. Spuitdoppen Dubbelinjectiespleetdop • Voor betere indringing • Wel meer kans op drift en verdamping 35
2. Spuitdoppen Soorten spleetdoppen: Ø Standaarddop, druk 2 -4 bar, 110° Ø XR, spuitdruk 1, 5 -4 bar, 110° Groot bereik Ø DG Drift Guard grotere druppels minder drift Ø E-dop = Even spray overal zelfde afgifte Ø OC dop Off Center spuit niet richting sloot 36
2. Spuitdoppen Elke kleur heeft eigen afgifte Liter/min 37
2. Spuitdoppen • Druk: Zie doppentabel Ø Verhoog de druk niet onnodig boven 5 bar want dan krijg je meer drift en meer slijtage Ø Gebruik dan een dop met kleinere tophoek en rij langzamer 38
Materiaalkeuze Keramiek Zeer hoge slijtvastheid, zeer goed bestand tegen schurende en bijtende chemicaliën. Gehard roestvrij staal Hoge slijtvastheid, goede duurzaamheid en chemicaliën bestendigheid. Roestvrij staal Goede slijtvastheid, uitstekende chemicaliënbestendigheid, duurzame uitstroomopening. Kunststof Middelmatige slijtvastheid, goede bestendigheid, uitstroom opening beschadigt makkelijk bij schoonmaken. Messing Lage slijtvastheid, gevoelig voor corrosie, vooral bij gebruik van kunstmest. 39
Spuitdop codering XR doptype 110 Teejet merknaam XR Teejet K 11004 VK spuithoek 04 dopcapaciteit 0, 4 US Gallon per minuut bij 2, 8 bar V Visi. Flo® kleurcodering 40
2. Spuitdoppen Wat is drift? • Verwaaien spuitdruppels Hoe kan je drift beperken? • Spuiten bij weinig wind en niet te warm zonnig weer • Gebruik drift reducerende doppen of doppen op 25 cm afstand • Lage druk en rijsnelheid • Gebruik grote tophoek en lage boomhoogte 41
Driftreducerende doppen 42
2. Spuitdoppen Wat is dampdrift? • Druppels die met zonnig warm weer verdampen en op een nader gewas komen. Hoe kan dampdrift voorkomen? • Niet spuiten bij warm zonnig weer met een beetje wind. 43
2. Spuitdoppen • TCT (Technische Commissie Techniekbeoordeling) publiceert driftarme doppen ØVerschillende klasse Ø 50% Ø 75% Ø 90% Ø 95% 44
3. Spuitdoppen en machine • Doppenkeuze: Ø Etiket geeft dosering in l/ha Ø Activiteitenbesluiten: 14 m van opp. water driftarme doppen 50% (2014) Ø Zie ook drift beperkingen op etiket Ø Gewenste snelheid i. c. m. rijsnelheid Ø Doppen moeten overlappen Ø Bij elke tophoek kies juiste boomhoogte 45
3. Spuitdoppen en machine Ø Bij windstil: fijne druppel en minder L/Ha Ø Bij dauw ook fijne druppel i. v. m. van blad af rollen Ø Ideaal: 3 bar snelheid en 6 km/uur Ø Met sleepdoek 25 cm dopafstand 46
Draaibare dophouder of revolverdop 47
3. Spuitdoppen en machine • Dopafsluiter Ø Afsluiting dop bij te lage druk tegen nadruppelen Luchtondersteuning voor een betere indringing ØAgrifac ØOp beurs: https: //youtu. be/R 4 X 8 bp 2 AGKI ØIn werking: 48
3. Spuitdoppen en machine • Nevelspuiten in fruitteelt: ventilator met hoge capaciteit 49
3. Spuitdoppen en machine • Veldspuit met luchtondersteuning 50
3. Spuitdoppen en machine • Veldspuiten, luchtmengdoppen (Airtecsysteem) 51
3. Spuitdoppen en machine Controle verdeling https: //www. ontwikkelcentrum. nl/provisionin g/VSPlayer 5. aspx? Mode=Preview&id=OC 37074 -4 -27 d Vloeistof opvangen in een maatbeker en afgifte vergelijken 52
Testen van de boomhoogte op ongelijk perceel; https: //youtu. be/H 5 c. C 7 Nf. Fcvo 53
Slijtage van doppen Debietstijging na 40 uur gebruik (%) Messing 11, 4 Roestvrij staal 6, 1 Kunststof (zacht) 2, 1 Gehard roestvrij staal 1, 2 Kunststof (hard) 0, 4 Keramiek 0, 4 54
Afgifte afwijking niet meer dan 5% Nieuw versleten beschadigd 55
Spuitdoppen versleten 56
3. Spuitdoppen en machine • Dopafgifte en doppentabel • Enkele rekenregels: ØAfgifte/dop=(dopafst. (m) x L/ha km/h)/ 600 = L/min ØDwarsboomspuit=(rijafst. (m) x l/ha x km/h) /600= totaal liters/minuut o Afgifte per dop l/m: = l/min / aantal doppen 57
3. Spuitdoppen en machine • Spuitcomputer evt. gebruiken op spuitapparatuur • Sensispray: https: //youtu. be/s 2 Rcdc. A 4 Yv. QDoor gewassensoren op de spuitboom bepaalt de Sensi. Sprayspuitmachine de afgifte per sectie op basis van de hoeveelheid bladmassa. ØSpuitdop dicht als er geen blad gezien wordt. Ø 40% besparing op middel 58
3. Spuitdoppen en machine Controle bedekking met fluorescerende poeder of water gevoelig papier 59
Vragen 1. Welke gegevens heb je nodig om in spuittabel de hoeveelheid vloeistof te bepalen? De druk en rijsnelheid 2. Waarom wordt luchtondersteuning toegepast? Om minder drift te hebben en een betere indringing en bedekking. 3. Hoe kun je de bedekking controleren na bespuiting? Met lakmoes papier of met een fluorescerend poeder en een UV lamp. 60
4. Hoogvolume spuitapparatuur >200 l water/ha. Soms 1500 -2000 L/ha Vooral in kassen bij spint, meeldauw en wol – dop of schildluis • rugspuit, • motorvatspuit, • selectiespuit, • veld spuit, • dwarsstroomspuit. 61
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Rugspuit Ø Kleine opp. of moeilijk bereikbare plaatsen Ø Met voordruk of middendruk rugspuit Ø Met hendel druk in de drukketel opvoeren Ø Inhoud 10 -20 L Ø met 1 tank spuit je 100 tot 300 m 2 Ø Spuitboom i. c. m. elektrische rugspuit 62
Rugspuit 1. vat 2. pomp 3. drukketel 4. terugslagklep 5. Naar spuitstok 6. pomphandel 7. spuitstok 8. knijphandel
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Motorvatspuit Ø Mobiel Ø Spuitlans of spuitboom Ø Slang met haspel Ø Constante druk 64
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Selectspray Ø Sensor gestuurd voor bespuitingen op verhardingen Ø(vanaf 6 -2016 verboden Glyfosaat) 65
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Onkruiddetectie Infra rood 66
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Veldspuit getrokken of zelfrijdend tot 54 m Ø Middel+water in een tank (tot 5000 L) Ø Druk via pomp Ø Drukregelaar Ø Constante druk 67
Werking van de spuit 68
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Nevelspuit Ø Ventilator achter op de tank Ø Aftakas drijft de ventilator Ø Nevel wordt door de luchtstroom gestuurd 69
4. Hoogvolume spuitapparatuur Coaster (automatische spuitrobot) https: //youtu. be/8 Mrj chi. VFAU (30 sec) https: //youtu. be/n. EW _2 Fuc. Eg. I (120 sec) 70
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Rondpompsysteem Ø Spuitvloeistof van de spuit tot doppen wordt rondgepompt elke dop direct juiste concentratie 71
4. Hoogvolume spuitapparatuur • GPS en Dopafsluiter Ø Voorkomt dubbel bespuitingen Ø Secties van 3 -4 meter en 1, 5 m komt eraan Ø Doppen individueel aansturen bijv. Sensi spray Ø Minder overlap en milieu belasting 72
4. Wingssprayer of sleepdoek Dopafstand 25 cm Afstand dop/gewas: 20 cm Minder wind en trekt gewas open. In aardappel reductie van 99% t. o. v. spleetdop 110 -04 70 -90% driftreductie en betere bedekking; 10 -30% besparing op middel https: //youtu. be/j 1 TPmrhzf. E 8 2, 5 min 73
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Dubbelwingssprayer Ø Door rijwind extra neerwaartse luchtstroom Ø Het gewas wordt tevens in beweging gebracht Ø Naar beneden gerichte luchtstroom Ø Kan verticaal en horizontaal gemonteerd worden • https: //youtu. be/j. YN 3 Ej_TKNo 4 min • sleepdoek https: //youtu. be/j. No. Qi. Tdg. BIU eerste anderhalve minuut 74
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Injectiesystemen Ø Aangedreven doseerpomp Ø Pomp injecteert puur middel in de spuitvloeistofstroom Ø De doseerpomp zorgt voor een exacte dosering middel in de spuitvloeistof Ø Dosatronic systeem Ø op Weed-it systeem 75
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Rijenspuit en strokenspuit Ø Veldspuit die dicht bij het gewas spuit Ø 2 à 3 doppen/rij Ø Dop gemonteerd in een hoek van 45° Ø Eventueel met spuitkap Ø Voorbeeld in gerbera https: //youtu. be/2 q. Vos 4 oirr 4 50 sec 76
4. Hoogvolume spuitapparatuur Strokenspuit in aardappelen om wortelonkruiden te bestrijden met Round-up. Secuur werken, om geen cultuurplanten te raken. Land moet redelijk vlak zijn, zodat de spuitkappen net iets door grond snijden. 77
4. Hoogvolume spuitapparatuur • Nadelen hoog volume methode Ø Groot volume middel, duur en tijdrovend Ø Grote hoeveelheid water en middel Ø Zware machine, kans op insporing Ø Veel uitspoeling van blad naar bodem Ø Drift en verdamping middel 78
Vragen 1. Welke spuitdop kun je het beste in de rugspuit gebruiken? Een spleetdop 2. Hoe kun je drift verminderen bij de veldspuit. Luchtondersteuning, lage druk en rijsnelheid 3. Waarom weinig drift bij wingsprayer? Spuitdoppen dichter bij gewas, sleepdoek houdt wind tegen en trekt gewas open 79
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur Watergebruik laag volume • Laag Volume Methode (LVM) 25 -200 L/ha. Ø Fijne druppels die snel verwaaien Ø met luchtondersteuning Ø Ultra Laag volume-apparatuur; 25 L/ha. (kan dus zelfs zonder water gebruikt worden) 80
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Ultra Laag Volume-techniek Ø Schijfvernevelaar met juiste druppelformaat en smal spectrum. 50 L / ha met druppelgrootte 50 µ Ø Geen fijne maar ook geen grove druppels Ø Weinig spuitvolume nodig Ø Onkruidbestrijding en aardappelen op de transportband tegen schimmels. 81
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Werkingsprincipe Ø Elektromotor draait een schijf met fijne tanden snel rond. Ø Geconcentreerde druppel valt op de schijf Ø Door centrifugaal kracht wordt de druppel geslingerd via de tanden van de schijf Ø Vb. mankar en onkruidlans Ø In de kas soms met lucht ondersteuning 82
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur 83
Laag en ultralaag volume spuitapparatuur 84
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Ruimtebehandeling Ø Met ventilatoren in kassen Ø Via de luchtstroom bereiken de druppels de planten Ø Druppelgrootte afh. van omtreksnelheid van de schijf en hoeveelheid vloeistof/sec op de schijf 85
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Ruimtebehandeling Ø Luchtramen dicht Ø Windsnelheid 3 m/s max Ø Vaak mobiele apparaten Øhttps: //youtu. be/8 Pfw. Vr. Ey 0 t. E Ø 26 sec 86
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Spuitkappen Ø Spuitkappen op trekker, quad of kraanarm Ø Ronde kappen diameter 25 -90 cm aan hydraulische arm Ø Vaste kappen met 3 -puntsophanging 60 -120 cm Ø Golfterreinen 5 m breed op quad Ø Voor rugspuit 87
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Lans Ø Voor boomteelt en op verhardingen Ø Gedragen of op loopwiel Ø Gemonteerd op een lans met accu Ø Plaatselijk of volvelds spuiten Ø Standaard spuitbreedte 1, 25 m Ø Vloeistof goed zeven om verstopping te voorkomen 88
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Pulsfog • LVM • Strijkstok = buis met koord waarin 33% glyfosaat zit. 89
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Pulsfog Ø Straalmotor Ø Warme luchtstroom Ø Middel via venturi verplaatst in de warme luchtstroom Ø Fijne druppels verdampen snel Ø Na 4 uur (insecticide) en 6 uur (fungiciden) afluchten 90
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Hulpstof Ekomist; druppels verdampen minder snel. 91
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Low volume mist Ø Soort verfspuit Ø Perst lucht door nozzle die door venturi spuitvloeistof aanzuigt Ø Ventilatoren verspreiden nevel in de kas Ø LVM: weinig vloeistof voor grote oppervlakte Ø Vast of mobiel apparaat Ø ½ uur voor toepassing hulpventilatoren aan Ø Tijdschakelaar 92
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Ministrijkstok Ø Gedragen apparaat Ø Fles van 1, 5 L op frame Ø Veerbalans met stipperlans Ø Stipperlans bevat 2 in elkaar geschoven buizen Ø Topsponsje diameter van 1, 5 cm; strijker 93
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur Onkruidstrijker 94
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Onkruidstrijker Ø Selectief Ø Weinig middel Ø Strijkt ook bladeren aan de onderkant Ø Snelle opname, geen uitspoeling bij regen Ø Geen nevel, kleine kans op druipen Ø Dus geen emissie 95
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur Toepassing onkruidstrijker Ø Aardappelopslag in bijv. bieten Ø Grote doorgeschoten onkruiden Ø Veegpaden langs waterlopen Ø Sportterreinen, golfbanen Ø Boom- en fruitteelt Ø Verhardingen 96
5. Laag en ultralaag volume spuitapparatuur • Granulaatstrooier Ø Onregelmatige vorm Ø Kleine voorraadbak met schuifrad element Ø Ook op loopwiel gemonteerd Ø Via geleide buizen of ketsplaten komt het granulaat op zijn plaats. 97
Vragen 1. Op welke manier stel je bij een schijfvernevelaar de druppelgrootte in? Snelheid schijf en hoeveelheid vls. /min 2. Hoe snel lopen bij 30 L/ha met 115 ml/min afgifte en je neemt 1, 5 m breed mee? 30000 ml : 115 = 260 min. 1 Ha van 100 x 100= 67 rijen. 260: 67 = 4 min / 100 m dus 25 m/min 98
Vragen 3. Hoe werkt weed-it? Infraroodlicht wordt teruggekaatst door chlorofyl in het onkruid waardoor weed-it weet dat de dop dan even open moet. 4. Hoe doseer je middel met granulaatstooier? Door strooi element iets uit beschermhuls te schuiven 99
6. Behandeling zaden, knollen en bollen • Pilleren en coaten Ø Pilleren: rond omhulsel om het zaad, betere zaaibaarheid Ø Coaten: dun laagje, zaad wordt gladder en beter verwerkbaar • Soms kleurstof en GBM toegevoegd Ø Beperking van bespuitingen op het veld 100
6. Behandeling zaden, knollen en bollen • Bolontsmetting • • Dompelen (kort of lang) Douchen Schuimen spuiten Ø Vóór planting tegen schimmelziektes Ø Dompeling onder water met fungicide 101
6. Behandeling zaden, knollen en bollen ØLang dompelen v 15 min v betrouwbaar v uitdruipplaat v opgevangen vloeistof gaat terug in dompelbad v voor 1 ha bollen=> 600 l ontsmettingvloeistof 102
6. Behandeling zaden, knollen en bollen ØKort dompelen v tijdwinst v 30 -60 sec. v soms op lopende band met bad v weinig restanten v voor 1 ha=> 450 liter 103
6. Behandeling zaden, knollen en bollen Ø Douche v douchecabines met gestapelde bakken v bakken worden boven en vanaf zijkanten besproeid Ø Schuimen (2 -6 min) vhttps: //www. youtube. com/watch? v=EEEk_mq 3 s-o 3, 5 min 104
6. Behandeling zaden, knollen en bollen ØSpuiten vop de plantmachine of vaste installatie v zorgt voor goede verdeling van middel op bol v 14 ton plantgoed/ha, 250 -300 l/ha • Restvloeistof of bezinksel afvoeren Ø Punt lozing is verboden! Ø Restanten op het bloemenland verspreiden 105
6. Behandeling zaden, knollen en bollen Overige methoden Ø Druppelen v systemische middelen v mogelijk door lage org. stof v toepassen bij ‘droge’ matten v zorg dat het middel bij de plant komt v bij UV ontsmetting, gedraineerd middel wordt afgebroken 106
6. Behandeling zaden, knollen en bollen ØPhytodrip Øtijdens precisie zaaien druppel bestrijdingsmiddel op perskluit/plug ØAangieten v in plant gat v op de tray voor aanplant v plaatselijke toepassing v minder emissie 107
6. Behandeling zaden, knollen en bollen ØPoederen v tijdens het planten of inschuren o potmachine strooit GBM poeder op knollen of bollen o door draaiing van bollen goede vermenging van poeder o poederen bij inschuren tegen schimmelziektes : Fusarium of zilverschurft in aardappel 108
6. Behandeling zaden, knollen en bollen ØCRC-technologie v Controlled Release Controls v nieuwe techniek v langzame afgifte van middel d. m. v. coating v bestrijding van Phytophthora en Pythium 109
6. Behandeling zaden, knollen en bollen 110
Vragen 1. Wat is het verschil tussen pilleren en coaten? Pilleren maak je met coating zaad rond 2. Hoe werkt schuimen? Lucht, water schuim en gbm pers je bovenin een kuubskist met bollen. 3. Wat is aangieten? Na verspenen de plant watergeven met gbm 111
- Slides: 111