Basisbegrippen voor motivatie Prentice Hall 2000 Chapter 4
Basisbegrippen voor motivatie ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 1
Leerdoelen • Het basisproces van motivatie te beschrijven • De behoeftenhiërarchie van Maslow uit te leggen • Theorie X en Theorie Y met elkaar te vergelijken • Motivatiefactoren en hygiënefactoren tegenover elkaar te zetten ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 2
Leerdoelen • Aan te geven aan welke kenmerken ambitieuze mensen graag zien in hun baan • De soorten doelen samen te vatten die prestaties verbeteren • Bekrachtigingstheorie en doelstellingstheorie met elkaar te vergelijken • De rechtvaardigheidstheorie uiteen te zetten • De belangrijkste verbanden in de verwachtingstheorie uit te leggen ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 3
Het basismotivatieproces Onbevredigde behoefte Spanning Drijfveer Zoekgedrag Bevredigde behoefte Spanningsvermindering ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 4
De behoeftenhiërarchie van Maslow Zelfverwerkelijking Respect Sociale behoeften Veiligheid Fysiologische behoeften ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 5
Weinig ambitieus Theorie X Werknemers Werken met tegenzin Onttrekken zich aan verantwoordelijkheden Wijzen en sturen zichzelf in de juiste richting Theorie Y Werknemers Vinden werken leuk Aanvaarden verantwoordelijkheid ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 6
Herzberg’s Twee-factorentheorie Hygiënefactoren • Kwaliteit van toezicht • Beloning • Bedrijfsbeleid • Fysieke werkomstandigheden • Relaties met anderen • Zekerheid van een vaste baan Hoog Ontevredenheid ãPrentice Hall, 2000 Motivatiefactor • Kans op promotie • Mogelijkheden • voor persoonlijke groei • Erkenning • Verantwoordelijkheid • Succes 0 Chapter 4 Tevredenheid Hoog 7
Behoefte aan prestaties (n. Ach) De behoeftentheorie van Mc. Clelland Behoefte aan macht (n. Pow) Behoefte aan affiliatie (n. Aff) ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 8
Concrete doelen Doelstellingstheorie Moeilijke doelen Doelen en participatie ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 9
De Bekrachtigingstheorie Beloningen Consequenties Geen beloningen Gedrag Straffen ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 10
De rechtvaardigheidstheorie Verhouding input/uitkomsten Werknemers beoordeling uitkomsten A Ongelijkheid (Onder-beloond) Input A uitkomsten A Input A a. Persoon < = > uitkomsten B Input B Gelijkheid Ongelijkheid (Over-beloond) A is de werknemer, persoon B is iemand uit de categorie `anderen' bestaande uit mensen met eenzelfde soort baan in dezelfde organisatie plus vrienden, buren of vakgenoten. ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 11
De verwachtingstheorie Individuele inspanning Individuele prestaties Beloningen van organisatie Individuele doelen ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 12
Vergeet niet dat motivatietheorieën cultuurgebonden zijn! Behoeftenhiëarchie Prestatiedrang Doelstellingstheorie ãPrentice Hall, 2000 Chapter 4 13
- Slides: 13