Arm en Rijk Hoofdstuk 1 Arm en rijk

  • Slides: 24
Download presentation
Arm en Rijk Hoofdstuk 1: Arm en rijk in Nederland

Arm en Rijk Hoofdstuk 1: Arm en rijk in Nederland

1. 1 Verschillen tussen wijken Twee woonwijken in Eindhoven Arbeiderswijk Doornakkers Welke verschillen zie

1. 1 Verschillen tussen wijken Twee woonwijken in Eindhoven Arbeiderswijk Doornakkers Welke verschillen zie jij? Villawijk De Karpen

1. 1 Verschillen tussen wijken Eindhoven, stad van arbeiderswijken u Eindhoven is de vijfde

1. 1 Verschillen tussen wijken Eindhoven, stad van arbeiderswijken u Eindhoven is de vijfde stad van Nederland (216. 000 inw. ). Enorm gegroeid nadat Phillips hier een lampenfabriek vestigde. Dit was na 1900. Veel mensen verhuizen naar de stad (urbanisatie). Bouw van veel nieuwe wijken. Bijv. een wijk als Doornakkers.

1. 1 Verschillen tussen wijken ● Eindhoven kent ook villawijken. Deze wijken staan de

1. 1 Verschillen tussen wijken ● Eindhoven kent ook villawijken. Deze wijken staan de rand van de stad of op plaatsen waar vroeger industrieterreinen waren.

1. 1 Verschillen tussen wijken Eindhoven verandert u Werk en wonen is veranderd in

1. 1 Verschillen tussen wijken Eindhoven verandert u Werk en wonen is veranderd in Eindhoven. ● Na 1970 liet Philips zijn producten in het buitenland maken in goedkope lonenlanden als China. Gevolg steeds meer werkloosheid onder de fabrieksarbeiders. Veel mensen in wijk Doornakkers werden werkloos. ● Rijke mensen verlieten Doornakkers. Ze verhuisden naar een wijk met mooiere, grotere woningen. Dit kan binnen Eindhoven ( bijv. De Karpen) of buiten de stad (suburbanisatie). ■ Gevolg: Arbeiderswijken als Doornakkers verarmden. Soms is het zo erg dat de wijk verloedert tot een achterstandswijk.

1. 1 Verschillen tussen wijken Welvaart in de wijk u Grote verschillen in welvaart

1. 1 Verschillen tussen wijken Welvaart in de wijk u Grote verschillen in welvaart tussen de wijken Doornakkers en De Karpen. Welvaart kun je meten met de volgende kenmerken: 1. het aantal koopwoningen 2. de waarde van de woningen ● 1. Aantal koopwoningen: Wijk 1: Doorakkers weinig koopwoningen (> 53% huurwoningen) Wijk 2: De Karpen veel koopwoningen (bijna geen huurwoningen < 25 %)

1. 1 Verschillen tussen wijken Welvaart in de wijk u Grote verschillen in welvaart

1. 1 Verschillen tussen wijken Welvaart in de wijk u Grote verschillen in welvaart tussen de wijken Doornakkers en De Karpen Welvaart kun je meten met de volgende kenmerken: 1. het aantal koopwoningen 2. de waarde van de woningen ● 2. Waarde van de woningen Wijk 1: Doornakkers Gemiddelde waarde: 1 - 150. 000 euro Wijk 2: De Karpen Gemiddelde waarde: > 500. 000 euro

1. 1 Verschillen tussen wijken Welzijn in de wijk u Welzijn wil zeggen hoe

1. 1 Verschillen tussen wijken Welzijn in de wijk u Welzijn wil zeggen hoe goed het met je gaat. Leefbaarheid van je wijk vergroot je welzijn. Leefbaarheid kun je meten door: ● 1. staat van het onderhoud aan de woonomgeving (straten, parken en speelplekken) 2. bebouwingsdichtheid; aantal woningen per km 2 3. autodichtheid; aantal auto’s per km 2 4. voorzieningendichtheid; zijn er belangrijke voorzieningen in de buurt van je woonwijk (basisschool, huisarts, zwembad, winkels, groenvoorziening enz. )?

1. 1 Verschillen tussen wijken Welzijn in de wijk ● 1. staat van het

1. 1 Verschillen tussen wijken Welzijn in de wijk ● 1. staat van het onderhoud aan de woonomgeving (straten, parken en speelplekken) 2. bebouwingsdichtheid 3. Autodichtheid 4. voorzieningendichtheid Wat vind jij van de leefbaarheid in deze wijk?

1. 2 Veranderingen in oude arbeiderswijken Veel veranderingen u Veel veranderingen in de laatste

1. 2 Veranderingen in oude arbeiderswijken Veel veranderingen u Veel veranderingen in de laatste 50 jaar. ● Vroeger veel werkgelegenheid in de fabrieken. Laag opleidingsniveau was voldoende. Geleidelijk aan ook veel gastarbeiders (vaak voor minder prettig werk). Door automatisering en verplaatsing van arbeid, minder werk. Vooral weinig werk voor laagopgeleide mensen Veel structurele werkloosheid. Vooral in wijken met laagopgeleide mensen veel werkloosheid. ● In oude arbeiderswijken hoog percentage nietwesterse allochtonen. (Doornakkers 28%)

1. 2 Veranderingen in oude arbeiderswijken Wijken raken achterop u Vooral in oude arbeiderswijken

1. 2 Veranderingen in oude arbeiderswijken Wijken raken achterop u Vooral in oude arbeiderswijken zijn er problemen met leefbaarheid (goedkope huurwoningen mensen met lage opleidingen, weinig inkomen en relatief veel niet- westerse allochtonen). ● Weinig sociale cohesie tussen autochtonen en allochtonen. Soms zelfs spanningen, bewoners voelen zich niet met elkaar verbonden. ■ Als gebrek aan sociale cohesie leidt tot onveiligheid, dan zie je vaak dat mensen snel verhuizen. De arme(re) mensen, hebben niet de mogelijkheid om te verhuizen.

1. 3 Achterstandswijken verbeteren Werken aan de leefomgeving u Opknappen van woonwijken noemen we

1. 3 Achterstandswijken verbeteren Werken aan de leefomgeving u Opknappen van woonwijken noemen we sanering. Renovatie: woningen aanpassen aan de standaard van deze tijd. Sloop en nieuwbouw wordt toegepast als het opknappen van woningen te duur is. ● ■ ● Ook de woonomgeving wordt opgeknapt om de leefbaarheid te vergroten. In Eindhoven: 10 achterstandswijken. Bijv. de wijk Doornakkers. Naast renovatie ook nieuwe koopwoningen. Gemeente maakt plan voor de leefomgeving. In het bestemmingsplan staan alle functies van alle gebieden.

1. 3 Achterstandswijken verbeteren Werken met de inwoners u Verbeteren van de woonomgeving lukt

1. 3 Achterstandswijken verbeteren Werken met de inwoners u Verbeteren van de woonomgeving lukt niet alleen door het verbeteren van de woningkwaliteit. ● Armoedebeleid: gemeente ondersteunt mensen met minder inkomen. ● Gemeente verzorgt cursussen: bijv. over gezondheid. ● Stedelijke vernieuwing: verbeteren van woningen en de woonomgeving samen met de projecten om de leefbaarheid te verbeteren. u Achterstandswijken waar de problemen heel erg groot zijn, noemen we aandachtswijken of krachtwijken. In Nederland zijn er 40 van.

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in inkomen u Welvaart in verschillende regio’s kun

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in inkomen u Welvaart in verschillende regio’s kun je op twee manieren met elkaar vergelijken. ● 1. Bruto Regionaal Product (BRP) ● 2. Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden ■ Armoedegrens: het bedrag dat je minimaal nodig hebt om te voorzien in je basisbehoeften (voedsel, kleding, gezondheidszorg en onderwijs).

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in werkgelegenheid u Werkgelegenheid is verdeeld over drie

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in werkgelegenheid u Werkgelegenheid is verdeeld over drie sectoren: 1. Primaire sector (eerste sector): bestaansmiddelen die hun producten regelrecht uit de natuur halen. Dat zijn de landbouw, de visserij, de jacht en de delfstofwinning. 2. Secundaire sector (tweede sector): de producten uit de primaire sector worden verwerkt in de secundaire sector. Banen in de industrie, bouwnijverheid en elektriciteits-, gas- en waterleidingbedrijven zijn voorbeelden van de secundaire sector. 3. Tertiaire sector (derde sector): deze sector bestaat uit bedrijven diensten verlenen. Een andere naam voor deze sector is de dienstensector. Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen overheidsdienstverlening en commerciële dienstverlening. In Nederland heeft de tertiaire sector (dienstverlening) de meeste banen.

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in werkgelegenheid ● De meeste (en best betaalde)

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in werkgelegenheid ● De meeste (en best betaalde) banen in de tertiaire sector vind je in het westen van het land. Kennisintensieve banen bij: overheid, universiteiten, banken, enz. ● Ook de secundaire sector kent kennisintensieve banen. ASML is een voorbeeld van een hightechbedrijf. ■ Grensgebieden hebben vaak weinig (goede) opleidingen en banen. Mensen verhuizen (migreren) naar andere gebieden voor goede banen: gevolg vergrijzing.

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in gezondheid u Levensverwachting is hoog in Nederland.

1. 4 Verschillen tussen regio’s Verschillen in gezondheid u Levensverwachting is hoog in Nederland. Maar in de grote steden is de levensverwachting lager dan het landelijk gemiddelde. Hier wonen meer mensen met een lage sociaaleconomische status (weinig opleiding, laag inkomen en eenvoudig werk en hierdoor vaak minder gezond: roken, drinken, ongezond eten en weinig sporten).

1. 4 Verschillen tussen regio’s Wat doet de overheid? u De overheid stuurt op

1. 4 Verschillen tussen regio’s Wat doet de overheid? u De overheid stuurt op inkomen en gezondheid. ● Inkomensbeleid - Mensen met een lager inkomen betalen minder belasting. - Mensen zonder werk ontvangen een uitkering. ● Beleid op het gebied van de gezondheidszorg: - Iedereen moet zich verzekeren tegen ziekte en ongevallen Welvaartsziekten: - cursussen om gezond te eten - minder zout en vet in producten - mogelijk in toekomst een vet-tax

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Ruimte per inwoner De verdeling van de

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Ruimte per inwoner De verdeling van de ruimte per provincie. Niet elke provincie is even groot. Niet elke provincie heeft een gelijke verdeling van ruimte. De bevolkingsdichtheid is het grootst in stedelijke gebieden.

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Leefbaarheid in de grootste steden (vergeleken met

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Leefbaarheid in de grootste steden (vergeleken met heel Nederland en met de rest van Nederland) Leefbaarheid hangt af van: - veiligheid - voorzieningen in de wijk - afstand tot het stadscentrum - de ruimtelijke kwaliteit

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water De veeteelt als vervuiler Bio-industrie is een

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water De veeteelt als vervuiler Bio-industrie is een onderdeel van de veeteelt waarbij veel dieren op een kleine oppervlak worden gehouden voor bijv. vlees, eieren of bont. Hierdoor problemen (voor mens en dier) met: - luchtkwaliteit - vervuiling van grond- en oppervlaktewater

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Stof in de stad Stedelijke gebieden hebben

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Stof in de stad Stedelijke gebieden hebben vaak te maken met een slechte luchtkwaliteit. Door verbranding van fossiele brandstoffen (woningen, bedrijven en auto’s) komt er veel fijnstof in de lucht. Het is schadelijk voor mensen met ademhalingsklachten en hart- of vaatziekten.

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Aantrekkelijk landschap Waar liggen de aantrekkelijkste landschappen?

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Aantrekkelijk landschap Waar liggen de aantrekkelijkste landschappen? Waar liggen de minst aantrekkelijke landschappen?

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Grond- en oppervlaktewater De waterkwaliteit is sterk

1. 5 Bronnen: Ruimte, lucht en water Grond- en oppervlaktewater De waterkwaliteit is sterk verbeterd. Vroeger werd oppervlaktewater ongezuiverd geloosd op kanalen en rivieren. Tegenwoordig is dit lozen verboden. Er zijn afspraken met onze buurlanden gemaakt. Hierdoor is de kwaliteit van het water in Maas en Rijn sterk verbeterd. Je kunt zelfs weer zwemmen op veel plaatsen waar dit vroeger niet verstandig was.