Amsterdam De mooie oude prachtige vieze grote imposante

  • Slides: 12
Download presentation
Amsterdam, De mooie, oude, prachtige, vieze, grote, imposante, geweldige, criminele hoofdstad van Nederland!

Amsterdam, De mooie, oude, prachtige, vieze, grote, imposante, geweldige, criminele hoofdstad van Nederland!

Je hoort een zin. Deze zin klopt niet. Schrijf de goede zin op je

Je hoort een zin. Deze zin klopt niet. Schrijf de goede zin op je blaadje. 1. 2. 3. 4. 5. 6. In de boom zit een blauwe vogel. De giraf heeft een korte nek. Het kleine paleis staat op de Dam. Een groot meisje loopt met haar hondje in haar hand. Een boos hondje kwispelt met zijn staart. Op de lage toren zit een rode haan.

Doelstellingen: aan het eind van de les weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Doelstellingen: aan het eind van de les weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is. Je kan de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord opschrijven.

Het park is groen. Het groene park. Een groen park. De gracht is lang.

Het park is groen. Het groene park. Een groen park. De gracht is lang. De lange gracht. Een lange gracht

Bijvoeglijke naamwoorden = adjectieven zelfstandige naamwoorden = substantief Wel een ‘e’ achter een bijvoeglijk

Bijvoeglijke naamwoorden = adjectieven zelfstandige naamwoorden = substantief Wel een ‘e’ achter een bijvoeglijk naamwoord als Als er een ‘de’ of ‘het’ woord volgt : de snelle auto, het mooie huis Als er een meervoud op volgt: de snelle auto’s, de mooie huizen

Bijvoeglijke naamwoorden = adjectieven zelfstandige naamwoorden = substantief Maar wat moet je nu doen

Bijvoeglijke naamwoorden = adjectieven zelfstandige naamwoorden = substantief Maar wat moet je nu doen als er ‘een’ staat? Een mooi huis of een mooie huis? 1. Kijk of het zelfstandig naamwoord een ‘de’ of ‘het’ woord is. De huis of het huis? Het huis! Dus…. Een mooi huis. ZONDER ‘e’ De jongen of het jongen? De jongen! Dus……Een leuke jongen. MET ‘e’

Bijvoeglijke naamwoorden = adjectieven zelfstandige naamwoorden = substantief Wanneer een bijvoeglijk naamwoord achter het

Bijvoeglijke naamwoorden = adjectieven zelfstandige naamwoorden = substantief Wanneer een bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord komt er GEEN ’e’ De fiets is mooi. De jongen is leuk. Het meisje is knap.

Uitzonderingen op de regel……. Die zijn er, maar die behandelen we de volgende keer.

Uitzonderingen op de regel……. Die zijn er, maar die behandelen we de volgende keer.

Een ………………. . ……… auto. (rood) Een ………………. . …… feest. (gezellig) Zij lust

Een ………………. . ……… auto. (rood) Een ………………. . …… feest. (gezellig) Zij lust geen ……………. bolletjes. (bruin) Een …………………. . … huis. (klein)

Een rode auto. Een gezellig feest. Zij lust geen bruine bolletjes. Een klein huis.

Een rode auto. Een gezellig feest. Zij lust geen bruine bolletjes. Een klein huis.

Een slimme leerling begrijpt de lastige les over een bijvoeglijk naamwoord!

Een slimme leerling begrijpt de lastige les over een bijvoeglijk naamwoord!