Allogene stamceltransplantatie Corrie Bezemer Cordinator hematologie afdeling B
Allogene stamceltransplantatie Corrie Bezemer Coördinator hematologie afdeling B 3
Doel van allo-SCT vroeger: • Conditionering: – Ter behandeling van evt. rest-ziekte – Om afweer reactie tegen transplantaat te voorkomen (afstoting) • Langdurige beenmergaplasie door conditionering overkomen door teruggeven van stamcellen • Afweercellen van de donor kunnen eventuele zieke cellen van patiënt herkennen als lichaamsvreemd en opruimen (graft-versus-tumor)
Doel van allo-SCT nu: • Conditionering: – Ter behandeling van evt. rest-ziekte – Om afweer reactie tegen transplantaat te voorkomen • Langdurige beenmergaplasie door conditionering overkomen door teruggeven van stamcellen • Afweercellen van de donor kunnen eventuele zieke cellen van patiënt herkennen als lichaamsvreemd en opruimen (graft-versus-tumor)
Wat zijn bloedvormende stamcellen: • Stamcellen staan de oorsprong van de bloedcelvorming • Stamcellen leven normaal in het beenmerg • Stamcellen kunnen delen en vervolgens uitgroeien tot rijpe bloedcellen • Stamcellen houden zichzelf in stand
Relatie Donoren: • Verwante donor (broer of zus) = sib-donor • Niet verwante donor (werelddonorbank) = MUD-donor (matched unrelated donor) • HLA-typering: geschikte donor?
HLA-typering
Conditionering • Myeloablatieve (= geen herstel BM) conditionering • Non - myeloablatieve conditionering – RIC-transplantatie = Reduced Intensity Conditioning
Wanneer allo-SCT: • AML mits geen goede prognose • ALL, mits slechte prognose • CML, als je niet reageert op glivec, dasatinib, nilotinib. • Recidief Multiple myeloom • Recidief Mantelcellymfoom, > 2 e recidief laaggradig NHL • Recidief CLL na Fludarabine (17 P-mutatie) • Very Severe Aplastische anemie
Eisen allo-SCT • LFO > 50% • Ejectiefractie > 45% • Redelijke nierfunctie • WHO = 0 -2 • Ziekte onder controle (bijna altijd voorbehandeling)
Risico allo-SCT • Afstoting: 5% • Acute omgekeerde afstoting (Gv. HD): 20% • Chronische omgekeerde afstoting (Gv. HD): 50% • Infekties: 25% ernstig • Recidief ziekte: afhankelijk van diagnose
AML en allo-SCT
Casus Allo-SCT • Voorgeschiedenis: – V. a. 2006 MDS-RARS waarvoor iedere 3 weken transfusie – 2 half-zussen • Opname met koorts • Laboratorium: – Hb L Tr – Diff – Normale nier- en leverfunctie
Casus allo-PSCT • Behandeling: – Tazocin / Tobramycine – Beenmergpunctie – Voorbereiding intensieve chemo • Beenmerguitslag – 90% blasten – Passend bij AML • Cytogenetica: 5 q • Moleculaire diagnostiek: EVI-1 mutatie
Casus allo-PSCT Normaal BM BM patiënt
Casus allo-PSCT • Cytogenetica & overleving – 5 q-
Casus allo-PSCT Moleculaire diagnostiek: – EVI-1 mutatie
Casus allo-SCT • Behandeling: – HOVON 102 arm B: Idarubicine + Cytarabine + Clofarabine • Complicaties: – IC opname ivm ernstig tumorlysissyndroom – Vochtretentie: • Respons dag +17: – Leeg BM – Geen blasten!!
Tumorlysis syndroom • Hyperkaliemie • Hyperuricemie • Hyperfosfatemie • Hypocalciëmie • Nierinsufficiëntie
Casus allo-SCT • Geen sib-donor • In remissie tijdens 1 e kuur • Hematologiebespreking: – i. p. kandidaat MUD-SCT gezien slechte prognostische parameters • Transplantatiebespreking (Erasmus. MC): – Indicatie klopt – Start MUD-search
Casus allo-SCT • BM dag + 31: – Leeg – Geen blasten • Aspergilluspneumonie • Overlijden tgv aspergilluspneumonie ondanks Voriconazol / Caspofungin • MUD-search beëindigd
Vinden sib-donor • HLA-typering: – Alle broers en zussen – Op 1 dag prikken na maken van afspraak – Na 2 weken uitslag bekend • Indien mogelijk ouders typeren
Voorbereidingstraject sib-donor • Goede algemene conditie. • Bloedonderzoek op hepatitis, herpes, HIV, bloedgroep, bloedbeeld, nadere weefseltypering. • Aanvullend onderzoek • Algemeen lichamelijk onderzoek + BM-punctie • Toestemmingsverklaring tekenen
Aferese + G-CSF donor
RIC-conditionering ontvanger: • Fludarabine dag – 4, -3, -2 via een infuus: – Tegen het afstoten van het transplantaat door de ontvanger • Lichaamsbestraling lage dosis totale lichaamsbestraling dag – 1 – Eenmalig 2 gray – Remt het delingsproces van de witte bloedcellen (m. n. Lymfocyten, die het transplantaat kunnen afstoten) • Bij MUD donor ATG – Lymfocyten van ontvanger (en ook beetje donor) gaan kapot • Stamcelinfusie dag 0
Afweeronderdrukkende medicijnen: • Celcept: - Eerste 1 – 3 maanden - Dosering op geleide van bloedspiegels. • Ciclosporine - Start dag – 3 tot 6 maanden na transplantatie - Dosering op geleide van bloedspiegels, twee maal daags, mag 12 uur tussen zitten • Langer indien Graft – versus – Host Disease (Gv. HD) – Omgekeerde afstoting door afweercellen donor
Medicijnen na stamceltransplantatie • Co- Trimoxazol - • Valaciclovir - • Start dag 1 Stop na 3 maanden indien geen langere immuunsuppressie Start bij opname tot 6 maanden na transplantatie Langer bij langere immuunsuppressie Vaccinaties: – Pneumovax – DTP – Infuenza
Conclusie Allo-SCT • Indien Graft versus tumor effect meer is dan risico allo-SCT: – Bij bepaald diagnoses – Op bepaalde momenten van de ziekte • Indien patient voldoende fit is • Indien ziekte onder controle is • Indien er een goede donor is (sib / MUD)
Vragen ?
- Slides: 29