allesvoorengels nl Present Simple tegenwoordige tijd Feiten Water

  • Slides: 22
Download presentation
allesvoorengels. nl

allesvoorengels. nl

Present Simple (tegenwoordige tijd) Feiten Water kookt bij 100°C. Gewoontes Op zaterdag slaap ik

Present Simple (tegenwoordige tijd) Feiten Water kookt bij 100°C. Gewoontes Op zaterdag slaap ik altijd uit. Regelmatig Ze gaat vijf keer per jaar naar Italië. allesvoorengels. nl

NL (voorbeelden) ik werk jij werkt NL (regel) jij / zij / het wij

NL (voorbeelden) ik werk jij werkt NL (regel) jij / zij / het wij / jullie / zij stam + t stam + en zij werkt het werkt wij werken jullie werken zij werken allesvoorengels. nl

EN (voorbeelden) I work you work she works EN (regels) she / it hele

EN (voorbeelden) I work you work she works EN (regels) she / it hele ww + s SHIT-regel stam waits waiting waited it works we work you work they work allesvoorengels. nl

EN (voorbeelden) They eat fish every day. She eats fish every day. EN (regels)

EN (voorbeelden) They eat fish every day. She eats fish every day. EN (regels) she / it hele ww + s SHIT-regel Yannis and I like hamburgers. Freddy likes hamburgers. allesvoorengels. nl

EN (regels) EN (voorbeelden) I watch I pass you watch you pass she watches

EN (regels) EN (voorbeelden) I watch I pass you watch you pass she watches she passes he watches he passes it watches it passes we watch we pass you watch you pass they watch they pass she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank + es allesvoorengels. nl

EN (regels) EN (voorbeelden) I go I do you go you do she goes

EN (regels) EN (voorbeelden) I go I do you go you do she goes she does he goes he does it goes it does we go we do you go you do they go they do she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank / o+ es allesvoorengels. nl

EN (regels) EN (voorbeelden) I cry I study you cry you study she cries

EN (regels) EN (voorbeelden) I cry I study you cry you study she cries she studies he cries he studies it cries it studies we cry we study you cry you study they cry they study she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank / o + es werkwoord eindigt op… medeklinker + y y ies klinkers a e i o u medeklinkers de rest allesvoorengels. nl

EN (voorbeelden) I have you have she has it has we have EN (regels)

EN (voorbeelden) I have you have she has it has we have EN (regels) she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank / o + es werkwoord eindigt op… medeklinker + y y ies have / has you have they have allesvoorengels. nl

EN (regels) EN (voorbeelden) I have I am you have you are she has

EN (regels) EN (voorbeelden) I have I am you have you are she has she is he has he is it has it is we have we are you have you are they have they are she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank / o + es werkwoord eindigt op… medeklinker + y y ies have be have / has am / is / are allesvoorengels. nl

EN (voorbeelden) We _____ play in the park. EN (regels) play She _______ swims

EN (voorbeelden) We _____ play in the park. EN (regels) play She _______ swims in the sea. swim The dog ____ catches the ball. catch Maria _______ carries her schoolbag. carry Jeremy and Jay ____ like pizza. The house __isbeautiful. be like she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank / o + es werkwoord eindigt op… medeklinker + y y ies have be have / has am / is / are allesvoorengels. nl

NL - EN (voorbeelden) Leo loopt naar het museum. Leo walkss to the museum.

NL - EN (voorbeelden) Leo loopt naar het museum. Leo walkss to the museum. EN (regels) she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank / o Jim en ik kopen een auto. Jim and I buy a car. + es werkwoord eindigt op… medeklinker + y y ies have be have / has am / is / are Zij gaat naar Spanje. es to Spain. She go goes allesvoorengels. nl

NL - EN (voorbeelden) De kat heeft een prooi. has a prey. The cat

NL - EN (voorbeelden) De kat heeft een prooi. has a prey. The cat have EN (regels) she / it hele ww + s SHIT-regel werkwoord eindigt op… sisklank / o Het vliegtuig vliegt naar Japan. flies to Japan. fly The plane flies + es werkwoord eindigt op… medeklinker + y y ies have be have / has am / is / are allesvoorengels. nl

allesvoorengels. nl

allesvoorengels. nl