ADHD Eunethydis Brede definiring ADHD Prevalentie 4 19
ADHD: Eunethydis • Brede definiëring: ADHD – Prevalentie: 4 - 19 % – Sex ratio: van 10: 1 - 2, 5: 1 • Enge definiëring: Hyperkinetic Disorder – Prevalentie: iets meer dan 1% van de jongens in de lagere school – Regionale verschillen: vb Hong-Kong - London – Sex ratio: 4: 1
Etiologie · sterke genetische bijdrage (80 % erfelijkheid) · MAAR: dit impliceert niet noodzakelijk biologisch determinisme · poligenische bijdrage of genetische heterogeneïteit · interactie genetische en omgevingsfactoren
Etiologie · Omgevingsfactoren: – – – – foetale blootstelling aan alcohol, nicotine, benzodiazepines, …. andere pre- en perinatale problemen (m. i. v. laag geboortegewicht) sommige hersenziekten psychosociale problemen (o. m. institutionalisering) ideosyncratische reacties op voeding otitis media (herhaald) blootstelling aan toxische hoeveelheden lood • kwaliteit van de relaties met ouders en school zijn behoudende of protectieve factoren
Beloop · symptomatologie bij 50% - 80% van de adolescenten · en bij 30% - 50% van de volwassenen · verhoogde kans op verslaving · associatie met antisociale persoonlijkheidsstoornis?
Beloop · evidentie voor associatie – – – genetisch onderzoek gezinsonderzoek neuropsychologisch onderzoek psychofysiologisch onderzoek cognitief onderzoek – longitudinaal onderzoek (Taylor et al. , 1997) • combinatie ADHD + agressie ----> verhoogde kans op antisociaal gedrag
Moeilijkheden bij de diagnostiek · Geen enkelvoudige, objectieve ADHD-test · ADHD-symptomatologie bij veel kinderen · Onderzoek algemene populatie: · 30 à 48% van de jongens · 14 à 42% van de meisjes · Symptomen vaak situatiespecifiek, niet consistent over settings · Lage overeenkomst tussen informanten
Moeilijkheden bij de diagnostiek · Contextfactoren beïnvloeden de diagnose · Aan of afwezigheid van de onderzoeker/ouders · Mate van omgevingsstimulatie · Aanwezigheid van bekrachtigers · Zelfde klinisch beeld bij · · Psychiatrische stoornissen Ontwikkelingsstoornissen Medische problemen Omgevingscondities
Moeilijkheden bij de diagnostiek · Conclusie: multimodale assessment · Verschillende methoden · · Interview Rating schalen (testonderzoek) Observatie · Verschillende informanten · · Ouders Kind/adolescent Leerkracht Hulpverlener
Interview: ouders als informant · Ouderkarakteristieken · Vaders (20% à 30 %) en moeders (15 à 20%): zelf ADHD · Meer psychopathologie bij bloedverwanten van een kind met ADHD · Meer antisociaal gedrag, alcohol misbruik, leerstoornissen en affectieve stoornissen bij ouders · Gezinsfunctioneren · Meer stress · Minder ouderlijke competentie · Lagere relatietevredenheid
Interview: ouders als informant · Gezinsfunctioneren · Meer scheidingen (54% t. o. v. 15 %) · Meer schuldgevoelens · Grotere sociale isolatie (≈ straffend optreden)
Interview: ouders als informant · Moeder-kind interacties · · · Directiever Geven 2 x meer commando’s Bekrachtigen minder Negatiever/minder positief over hun kind Initiëren minder interacties Minder responsief op interactie-intiatieven van hun kind
Interview: ouders als informant · Betrouwbaarheid ouderlijke rapportages · Rekening houden met ouder- en gezinsfactoren · Ongestructureerd: onbetrouwbaar · (semi-)gestructureerd: betrouwbaarheid neemt toe · Beschikbaar in het Nederlands · DISC-IV · ADIKA
Interview: kind als informant · · Vanaf 10 jaar betrouwbare rapportage mogelijk (Semi-)gestructureerd: betrouwbaarheid van. 60 -. 80 Betrouwbaarheid neemt toe met de leeftijd Betrouwbaarheid groter m. b. t. externaliserend dan internaliserend gedrag
Interview: leerkracht als informant · Uitgebreid interview vaak moeilijk · Negatief halo-effect van oppositioneel gedrag op ratings van hyperactiviteit · Minder bias bij goed geoperationaliseerde rating schalen · Leerkrachten zijn gevoeliger voor medicatie effecten
Rating schalen / vragenlijsten In Vlaanderen · · CBCL-TRF (zie oefening) Conners Rating Scales (ouder en leerkracht) ADHD-vragenlijst (AVL) Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen (Vv. GK) (zie oefening)
Conners Rating Scales (Conners et al. , 1998) · Assessment van emotionele en gedragsproblemen · Schalen · · · · Oppositioneel gedrag (10 items) Cognitieve problemen (12 items) Hyperactiviteit / impulsiviteit (9 items) Angstig teruggetrokken (8 items) Perfectionisme (7 items) Sociale problemen (5 items) Psychosomatische problemen (6 items)
Conners Rating Scales (Conners et al. , 1998) · · Leeftijd: 3 -17 jaar Informanten: ouders en leerkrachten Scoring: 4 puntenschaal (0 -3) Normen · · Amerikaanse normen, geen Vlaamse Jongens-Meisjes Leeftijden: 3 -7 jaar; 8 -12 jaar; 13 -17 jaar Ouders - leerkrachten
Conners Rating Scales (Conners et al. , 1998) · Evaluatie · Goede interne consistentie · Hoge test-hertest betrouwbaarheid · Effectieve discriminatieve power · Vlaamse versies · Ouders: 62 items · Leerkracht: IOWA CTRS: 10 items (aandachtsstoornissen/hyperactiviteit en agressie)
AVL (Scholten en Van der Ploeg, 1998) · Meet ADHD symptomen · Schalen · Totale ADHD-score (18 items) · Subschalen: aandachtsstoornissen, hyperactiviteit en impulsiviteit · Leeftijd: 4 -18 jaar · Informanten: ouders, leerkrachten en hulpverleners · Normen · Beperkt
AVL (Scholten en Van der Ploeg, 1998) · Evaluatie · Normeringssteekproeven: ≠ informanten · Geen Vlaamse normen · Niet alle DSM-IV symptomen werden opgenomen
Testonderzoek · Intelligentie-onderzoek (vnl. WISC-R) · Neuropsychologisch onderzoek · · · · · Stroop Porteus Mazes Wisconsin Card Sorting Test (WCST) Matching Familiar Figures (MFFT) Bourdon-Vos Continuous Performance Test (CPT) Complexe Figuur van Rey 15 woorden van Rey ……….
Testonderzoek: conclusies · · · Geen ADHD-test: enkel evalueren tekorten Maskeren tijdens testafname is mogelijk Belang van de context Lage ecologische validiteit Specificiteit voor ADHD onduidelijk Differentiatie op groepsniveau, niet op individueel niveau
Observationeel onderzoek · Voordeel · meestal wel differentiatie m. b. t. hyperactiviteit, in mindere mate ook aandacht en vocalisatie · Differentiatie beter in de klas dan in het labo · Actometers · Kinderen met ADHD actiever dan controlekinderen · Specificiteit is onduidelijk · Nadeel · Dataverzameling in verschillende settings op verschillende tijdstippen is moeizaam · Geen normatieve data
Interventie bij ADHD: medicatie · Verantwoordelijkheid van de arts. Gedragswetenschapper moet enkel geinformeerd zijn over werking, bijwerkingen, … · Bij stagnering of bij onvoldoende bereikbaarheid voor psychosociale interventie · 1 e keuze: methylfenidaat (Rilatine®), Ritalin®) · Amfetamine-derivaat · Stimulerende werking · Effect na ongeveer 1 uur
Interventie bij ADHD: medicatie · · · Uitgewerkt na ongeveer 3 uur Meestal 2 à 3 doseringen per dag Dosis varieert van 0, 3 -1, 0 mg/kg/dag Is in die hoeveelheden niet verslavend Werkt bij ongeveer 70 % Gunstig effect op schoolprestaties, cognitief en sociaal functioneren · Geneest niet · Bijwerkingen: eetlust, slapen, hoofdpijn, …. . · Stopzetten bij groeiremming en tics
Interventie bij ADHD: medicatie · 2 e keuze: Clonidine (Dixarit®, Catapresan®) · · · · Effect na 3 -4 weken Meestal 2 doseringen per dag Dosis van 4 microgr. /kg/dag Weinig bijwerkingen Licht sederend effect de eerste weken Werkt bij 50% Aangewezen bij comorbide GTS Gunstig effect op slaapproblemen
Interventie bij ADHD: medicatie · 3 e keuze: Desimipramine (Pertrofan®) · · · · Tricyclisch antidepressivum Werking houdt de hele dag aan Meestal 2 doseringen per dag Dosis van 2, 5 mg/kg/dag Bijwerkingen: droge mond, hoofdpijn, suf Cardiale bijwerkingen!? Werkt bij 68%, maar beperkt effect Daling van angst en depressie
Interventie bij ADHD: medicatie · 4 e keuze: Thiorizadine (Melleril®) en pipamperon (Dipiperon®) · Neuroleptica
Interventie bij ADHD: psychosociaal · Psycho-educatie: ouders, kind, school · Gedragstherapeutisch · Contingency management · Mediatietherapie · Cognitief: · Zelfobservatie · Zelfevaluatie en zelfbekrachtiging · Zelfinstructie · Problem solving
- Slides: 29