Aan de slag met cases Analyseschema 1 Werkwijze

  • Slides: 21
Download presentation
Aan de slag met cases - Analyseschema 1

Aan de slag met cases - Analyseschema 1

Werkwijze: analyseschema 2 Stap 1: wie is betrokken partij ? Stap 2: welke rechten/belangen

Werkwijze: analyseschema 2 Stap 1: wie is betrokken partij ? Stap 2: welke rechten/belangen spelen mee? Stap 3: mogelijke alternatieven ? Stap 4: conclusie : welke oplossing kiezen ? Stap 5: check: verantwoordelijkheid en verantwoording (t. o. v. uzelf en anderen)

1. Betrokkenen Wie is er betrokken ? Wie heeft er belangen/rechten ? Let op

1. Betrokkenen Wie is er betrokken ? Wie heeft er belangen/rechten ? Let op voor blinde vlekken… 3

2. Belangen in het geding Wat speelt er mee? Welke belangen? Welke waarden en

2. Belangen in het geding Wat speelt er mee? Welke belangen? Welke waarden en normen? Mogelijke belangen: rechten, rechtvaardigheid (verdeling kosten en baten), welzijn van mensen of van samenleving als geheel, betrouwbaarheid van de medewerker – de entiteit – de overheid… Brillentest: bekijk het dilemma vanuit de bril van alle betrokkenen wat is hun belang? Wat houdt het dilemma voor hen in ? 4

3. Alternatieven IK DOE HET* ………………. IK DOE HET NIET* Wat kunt u doen?

3. Alternatieven IK DOE HET* ………………. IK DOE HET NIET* Wat kunt u doen? Wat zijn mogelijke oplossingen voor het dilemma? Zet de voor- en nadelen van elke mogelijkheid op een rij. Wat is de impact voor alle betrokkenen? * PS : gun jezelf een adempauze. Bv. door “deze vraag overvalt me…” 5 Agen

4. Afweging en conclusie Wat doet u uiteindelijk? Hoe kiest u? Hoe weegt u

4. Afweging en conclusie Wat doet u uiteindelijk? Hoe kiest u? Hoe weegt u verantwoordelijkheid en verantwoording af? WAARDEN MIJN KEUZE 6 EEN JUISTE KEUZE ?

5. De proef op de som Onderstaande testen kunnen helpen: Vanuit de ander: Brillentest

5. De proef op de som Onderstaande testen kunnen helpen: Vanuit de ander: Brillentest (externe vuistregel) Vanuit mezelf: (interne vuistregel) Spiegeltest Voorpaginatest Schoene n-test Hellingproef Schoudertest Weegschaalproef 7

Brillentest 8

Brillentest 8

Doe de brillentest De brillentest kijkt na wat het dilemma voor anderen inhoudt. Om

Doe de brillentest De brillentest kijkt na wat het dilemma voor anderen inhoudt. Om een oplossing te vinden voor een dilemma, moet je het probleem eerst goed omschrijven. Je kan je volgende vragen stellen: § Wie is betrokken? § Wat zijn de belangen van deze betrokkenen? § Wat verwachten de betrokkenen van mij? 9

Voorpaginatest… 22 -02 -2008, p. 3 algemeen Europarlementsleden sjoemelen met vergoedingen voor assistenten EU-parlementariërs

Voorpaginatest… 22 -02 -2008, p. 3 algemeen Europarlementsleden sjoemelen met vergoedingen voor assistenten EU-parlementariërs doen een beroep op schijnzelfstandigen, en spookbedrijven 10

Doe de voorpaginatest De voorpaginatest onderzoekt de reacties als je oplossing openbaar wordt. Je

Doe de voorpaginatest De voorpaginatest onderzoekt de reacties als je oplossing openbaar wordt. Je doet deze test om te voorkomen dat anderen je gedrag in vraag stellen. Je beeldt je in dat jouw oplossing in het nieuws of in de krant/de 13 komt. (Of: Je baas kijkt mee over je schouder. ) § Welk aspect van mijn oplossing zou tot een kop op de voorpagina van de krant of in de 13 leiden? § Zouden de lezers hier fel op reageren? § Zou ik mezelf nog kunnen verdedigen als de verslaggever mij nadien toelichting vraagt bij mijn handelen? 11

Schoenentest 12

Schoenentest 12

Doe de schoenentest § De schoenentest zoekt gewenste oplossingen door na te gaan wat

Doe de schoenentest § De schoenentest zoekt gewenste oplossingen door na te gaan wat je rolmodellen zouden doen. De test plaatst de oplossing die je kiest in een ruimer kader. Je kan je volgende vragen stellen: § Ken ik voorbeelden van hoe mensen, die ik als rolmodel zie, een gelijkaardig dilemma hebben opgelost? § Wat moet ik doen volgens de cultuur, de waarden, de regelgeving en de deontologische code van mijn organisatie? § Wat zullen mijn collega’s van mijn gedrag zeggen? Geef ik het goede voorbeeld? 13

Schoudertest 14

Schoudertest 14

Doe de schoudertest De schoudertest onderzoekt de reacties wanneer anderen over je schouder meekijken

Doe de schoudertest De schoudertest onderzoekt de reacties wanneer anderen over je schouder meekijken Je kan je volgende vragen stellen: § Doe ik dit ook wanneer een collega over mijn schouder kijkt § Of mijn leidinggevende? 15

Spiegeltest 16

Spiegeltest 16

Doe de spiegeltest De spiegeltest kijkt na waar je als mens voor staat of

Doe de spiegeltest De spiegeltest kijkt na waar je als mens voor staat of wie je zou willen zijn. De vorige testen keken naar wat van je verwacht wordt, misschien wil je zelf nog beter doen. Je kan je volgende vragen stellen: § Wat zou ik in deze situatie zeker nooit doen? § Welke zijn mijn idealen, waarden en ambities waar ik in deze situatie rekening mee moet houden? § Past de oplossing die ik kies bij mij? Ben ik dat echt? Herken ik mezelf erin? Voel ik me er goed bij? 17

Hellingsproef 18

Hellingsproef 18

Doe de hellingsproef De hellingsproef zoekt uit of je je met je oplossing op

Doe de hellingsproef De hellingsproef zoekt uit of je je met je oplossing op glad ijs (of een hellend vlak) begeeft. Overschrijd je een grens en kan je dan nog terug? Je kan je volgende vragen stellen: § Als alle mensen dezelfde oplossing kozen, wat zou daarvan het gevolg zijn? § Hoe staan de alternatieven die ik afweeg ten opzichte van eerder genomen beslissingen? Ben ik consequent? § Schept deze keuze geen precedent voor mezelf? Wat betekent mijn keuze voor de toekomst? 19

De weegschaaltest 20

De weegschaaltest 20

Doe de weegschaaltest Deze test helpt je bij het kiezen uit verschillende alternatieven. De

Doe de weegschaaltest Deze test helpt je bij het kiezen uit verschillende alternatieven. De test kan je helpen om één optie te kiezen of naar een compromis te streven. De antwoorden op de vragen helpen je achteraf ook om je keuze te verantwoorden aan anderen. Om te helpen kiezen, kan je je volgende zaken afvragen: § Welk alternatief is het meest nuttig? Wat heeft het meeste toegevoegde waarde? Welke keuze levert het meeste welzijn voor de meeste betrokkenen op? Is mijn keuze wel resultaatgericht? § Welke keuze zorgt voor een eerlijke verdeling van lasten en lusten? Is mijn keuze fair? 21