8 1 20 e i Examenvragen maken s

  • Slides: 17
Download presentation
8 1 20 e i Examenvragen maken s er V De vraag is je

8 1 20 e i Examenvragen maken s er V De vraag is je beste vriend

Je beste vriend • Je kunt alleen maar tot een goed antwoord komen als

Je beste vriend • Je kunt alleen maar tot een goed antwoord komen als je de vraag helemaal snapt, als je alle elementen belangrijk vindt en als je al die informatie gebruikt om een goed antwoord te geven. • Analyseer de vraag goed. Begin pas met antwoorden als je weet wat alle verwijzingen in de vraag betekenen. De samenstellers van het examen willen maar één antwoord goed rekenen. Daartoe hebben ze echt alle informatie die jij nodig hebt in de vraag gestopt. Gebruik die informatie secuur, want echt: de vraag is je beste vriend. De vraag is je beste vriend

Lezen = Puzzelen • Alle antwoorden staan in het examen, in de teksten of

Lezen = Puzzelen • Alle antwoorden staan in het examen, in de teksten of in de vragen, maar echt alle antwoorden heb je op je tafel liggen. Ze zijn goed verstopt, maar jij kunt ze vinden als je er je best voor doet. Echt waar. • Je zit niet voor niks in die examenklas en voor Nederlands kun je echt minstens een 7 halen. • Alle antwoorden staan immers in het examen. Besteed al je tijd, daar heb je plezier van. De vraag is je beste vriend

Meerkeuzevragen • De beste manier om een meerkeuzevraag aan te pakken is: 1. 2.

Meerkeuzevragen • De beste manier om een meerkeuzevraag aan te pakken is: 1. 2. 3. 4. Lees de vraag. Bedenk zelf een antwoord. Kijk of jouw antwoord bij de mogelijkheden staat. Dan niet meer twijfelen, het antwoord invullen (HOOFDLETTER), en door naar de volgende vraag. De vraag is je beste vriend

Meerkeuzevragen • Helaas is Nederlands een vak waarbij je niet het goede antwoord moet

Meerkeuzevragen • Helaas is Nederlands een vak waarbij je niet het goede antwoord moet kiezen, maar HET BESTE. • Examenmakers willen gezeur. Zij zijn er dus zeker van dat sommige antwoorden die goed lijken, ECHT FOUT zijn. • Kun je niet goed kiezen tussen 2 of 3 antwoorden, ga dan op zoek naar datgene wat een antwoord fout maakt. Dat is gemakkelijker dan bepalen wat het beste antwoord is. OEFEN HIERMEE. De vraag is je beste vriend

Analyseer de vraag Blijkbaar ziet de examenmaker alinea 11 -14 als Zonder de tekst

Analyseer de vraag Blijkbaar ziet de examenmaker alinea 11 -14 als Zonder de tekst te. Iklezen zie 4 heb alinea’s ik nuen een in voorkeur de antwoorden A 3 ofdie onderdelen; C. Aanleiding een voor geheel, en verschijnsel lijken blijkbaar op elkaar is een envan de vraag die elementen wil me laten verspreid denken. gebruik je dus ookover twee alinea’s. helemaal. Hier vind je de tekst bij deze vraag De vraag is je beste vriend

Hoofdgedachte Kijk alleen naar • Titel • Inleiding • Slot De vraag is je

Hoofdgedachte Kijk alleen naar • Titel • Inleiding • Slot De vraag is je beste vriend

Welk kopje past boven… Ze kunnen allemaal. Zoek de beste. • Welke elementen herken

Welk kopje past boven… Ze kunnen allemaal. Zoek de beste. • Welke elementen herken je in de antwoorden? • Alinea’s/zinnen tellen. De vraag is je beste vriend

Samenvatten • Formuleer de hoofdgedachte van (een) alinea('s) of tekstdeel. • Zet kopjes boven

Samenvatten • Formuleer de hoofdgedachte van (een) alinea('s) of tekstdeel. • Zet kopjes boven een tekstdeel. • Vat een tekstdeel samen. • Welke zinnen kun je (niet) weglaten in een samenvatting? BEPAAL HET DOEL of DE FUNCTIE van dat fragment/van die tekst DOEL: Is dat bijvoorbeeld een betoog, dan moet je het standpunt als uitgangspunt nemen, dat breid je uit met argumenten uit de tekst. Is dat doel een advies geven, neem dan dat advies over in je samenvatting. FUNCTIE: Noemt dat deel een tegenstelling, verwerk dan die tegenstelling. Is dat deel een opsomming, verwerk dan alle delen. NOEM GEEN VOORBEELDEN. Zoek naar kernzinnen in een alinea, soms zijn dat er meerdere, zeker als je signaalwoorden vindt. (tenzij het een opsomming van voorbeelden is, natuurlijk) De vraag is je beste vriend

Open vragen Spelfouten en formuleerfouten "Er zijn open vragen zijn waarbij de kandidaat niet

Open vragen Spelfouten en formuleerfouten "Er zijn open vragen zijn waarbij de kandidaat niet hoeft te antwoorden in volledige zinnen. Te denken valt dan aan bijvoorbeeld een opsomming van verschillende kenmerken. In zo´n geval wordt niet de grammaticaliteit van het antwoord beoordeeld, maar wordt er wel gelet op fouten in de spelling. “ Maak je het maximale aantal fouten (6), dan verlies je ongeveer een punt. MAAK GEEN FOUTEN. De vraag is je beste vriend

Open vragen Als in de vraag staat: Gebruik maximaal 20 woorden, dan is dat

Open vragen Als in de vraag staat: Gebruik maximaal 20 woorden, dan is dat een echt maximum. Gebruik geen Telegramstijl/krantenkoppenstijl: Uitspraak verrassend, want tekst kritisch. Voor dit soort antwoorden krijg je sowieso NUL punten. Woorden na het maximum mogen niet gelezen worden door de nakijkers. Geef het antwoord dus binnen de limiet. Woorden die je herhaalt uit de vraag tellen niet mee. Gemakkelijk één of twee woorden minder: haal de voltooide deelwoorden weg: • Hij werd weggevoerd door de ME. (6) De ME voerde hem weg. (5) • Ze hebben hem gestraft. (4) Ze straften hem. (3) De vraag is je beste vriend

Taalgebruik Volledige zinnen • Als in de vraag staat dat je in volledige zinnen

Taalgebruik Volledige zinnen • Als in de vraag staat dat je in volledige zinnen moet antwoorden, dan moet je in volledige zinnen antwoorden. Je doet dat heel gemakkelijk als je een deel van de vraag herhaalt. Voorbeeld: • VRAAG: Leg uit waarom deze uitspraak verrassend is. • GOED ANTWOORD: Omdat de tekst over het algemeen kritisch is. • GOED ANTWOORD: Deze uitspraak is verrassend omdat de tekst over het algemeen kritisch is. Belangrijk: Beide goede antwoorden tellen voor evenveel woorden; de woorden die je herhaalt uit de vraag tellen namelijk niet mee. De vraag is je beste vriend

Analyseer de vraag Voor deze vraag kun je drie punten behalen. Als ik de

Analyseer de vraag Voor deze vraag kun je drie punten behalen. Als ik de vraag lees, krijg ik die punten voor: • Hoe de schrijver van T 2 de boodschap heeft opgevat (1) • Hoe de schrijver van T 3 de boodschap heeft opgevat (1) • Het antwoord in maximaal 35 woorden geven (1) Ik noteer alvast: De schrijver van tekstfragment 2… De schrijver van tekstfragment 3… En deze 2 zinnen vul ik aan met het antwoord. De woorden die ik hierboven al heb staan, tellen niet mee in de 35 woorden (herhaling van de vraag) De vraag is je beste vriend

Open vragen Voornaamwoorden zijn valkuilen Vul ze in vóór je gaat antwoorden. Begin pas

Open vragen Voornaamwoorden zijn valkuilen Vul ze in vóór je gaat antwoorden. Begin pas met antwoorden als je weet wat de vraag is. die = de visie op het belang van onderwijs De vraag wordt dan: Er was kort na de Tweede Wereldoorlog een visie op het belang van onderwijs. Er is nu (“huidige”) een visie op het belang van onderwijs. Beschrijf beide visies. Het antwoord wordt dan: Kort na de Tweede Wereldoorlog (denk aan de hoofdletters) vond men … Tegenwoordig vindt men … De vraag is je beste vriend

Citeren mag je doen door de eerste twee en de laatste twee woorden van

Citeren mag je doen door de eerste twee en de laatste twee woorden van je citaat op te schrijven met 3 puntjes ertussen. Tussen haakjes zet je om welk(e) regelnummer(s) het gaat: "Het lijkt. . . kritisch is. " (r. 201 -205) • Citeer een TEKSTDEEL: meerdere zinnen • Citeer een ZIN: Je citaat loopt van hoofdletter tot punt. • Citeer een ZINSGEDEELTE: Je citaat loopt ZEKER NIET van hoofdletter tot punt. • Citeer een WOORDGROEP: een zinsdeel Mogelijk gebruikt de examenmaker nog andere woorden dan deze. Zorg dat je antwoord geeft op de vraag. De vraag is je beste vriend

Eigen woorden Als je een antwoord "in eigen woorden" moet geven, dan hoef je

Eigen woorden Als je een antwoord "in eigen woorden" moet geven, dan hoef je niet zelf de woorden uit de tekst te vervangen, die mag je gewoon gebruiken. De zin die je bouwt mag alleen echt geen citaat zijn. Het mooie van woorden uit de tekst gebruiken, is dat je geen spelfouten hoeft te maken. DOE DAT DAN OOK NIET. De vraag is je beste vriend

Vergelijk ed. Als je twee verschijnselen / teksten / alinea's met elkaar moet vergelijken,

Vergelijk ed. Als je twee verschijnselen / teksten / alinea's met elkaar moet vergelijken, noem dan beide elementen + de verschillen/overeenkomst(en). FOUT: • Het verschil tussen Máxima en Willem-Alexander is dat zij een vrouw is. • Máxima is een vrouw. Een correct antwoord is: Willem-Alexander is een man en Máxima is een vrouw. Ook fout (niet duidelijk genoeg): • Willem-Alexander is een man en Máxima niet/het omgekeerde/het tegenovergestelde. • De een is man, de ander vrouw. De vraag is je beste vriend