5 L week 15 driehoeken tekenen Meetkunde 5

  • Slides: 21
Download presentation
5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Meetkunde 5 L week 15: Driehoeken tekenen vlakke

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Meetkunde 5 L week 15: Driehoeken tekenen vlakke figuren veelhoeken niet - veelhoeken driehoeken cirkels vijfhoeken vierhoeken . . . hoeken

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Welke eigenschappen hebben de zijden? driehoeken met drie

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Welke eigenschappen hebben de zijden? driehoeken met drie verschillende zijden zijn ongelijkbenig (ongelijkzijdig) driehoeken met twee gelijke zijden zijn gelijkbenig driehoeken met drie gelijke zijden zijn gelijkzijdig

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Welke eigenschappen hebben de hoeken? driehoeken met één

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Welke eigenschappen hebben de hoeken? driehoeken met één rechte hoek zijn rechthoekige driehoeken met één stompe hoek zijn stomphoekige driehoeken met drie scherpe hoeken zijn scherphoekige driehoeken

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkzijdige scherphoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkzijdige scherphoekige driehoeken hebben drie even lange zijden drie scherpe hoeken

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige scherphoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige scherphoekige driehoeken hebben twee even lange zijden drie scherpe hoeken

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige rechthoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige rechthoekige driehoeken hebben twee even lange zijden één rechte hoek

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige stomphoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige stomphoekige driehoeken hebben twee even lange zijden één stompe hoek

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige scherphoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige scherphoekige driehoeken hebben drie verschillende zijden drie scherpe hoeken

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige rechthoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige rechthoekige driehoeken hebben drie verschillende zijden één rechte hoek

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige stomphoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige stomphoekige driehoeken hebben drie verschillende zijden één stompe hoek

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een stomphoekige driehoek. De stompe hoek meet

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een stomphoekige driehoek. De stompe hoek meet 105 °. Teken één been, bv 4 cm lang. Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje 105° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje van de 105 °. Kies zelf de lengte. Verbind de twee uiteinden. Je driehoek is klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een rechthoekige gelijkbenige driehoek. Teken één been,

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een rechthoekige gelijkbenige driehoek. Teken één been, bv 4 cm lang. Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje 90° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje van de 90 °. Maak de zijde precies 4 cm lang. Verbind de twee uiteinden. Je driehoek is klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een gelijkbenige stomphoekige driehoek met twee zijden

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een gelijkbenige stomphoekige driehoek met twee zijden van 6 cm. Teken een stompe hoek. Gebruik je geodriehoek om de hoek te meten. Meet een passeropening van 6 cm af. Zet de passerpunt in het hoekpunt en zet streepjes op de benen van de hoek. Verbind die nieuwe hoekpunten met een derde zijde. Je bent klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een gelijkzijdige driehoek, de zijden meten 6

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Teken Een gelijkzijdige driehoek, de zijden meten 6 cm. Teken één zijde van 6 cm. Meet een passeropening van 6 cm af. Zet de passerpunt op beide hoekpunten en zet twee boogjes. Verbind die nieuwe hoekpunten met een derde zijde. Je bent klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 1 a Een rechthoekige driehoek.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 1 a Een rechthoekige driehoek. Teken één been. Kies zelf de lengte Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje 90° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje van de 90 °. Kies zelf de lengte. Verbind de twee uiteinden. Je driehoek is klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 1 b Een scherphoekige driehoek.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 1 b Een scherphoekige driehoek. Teken één been. Kies zelf de lengte Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje minder dan 90 ° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje. Teken de zijde ongeveer even lang als de eerste zijde. Verbind de twee uiteinden. Je driehoek is klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 1 c Een stomphoekige driehoek.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 1 c Een stomphoekige driehoek. Teken één been. Kies zelf de lengte Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje meer dan 90 ° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje. Kies zelf de lengte. Verbind de twee uiteinden. Je driehoek is klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 a Een ongelijkbenige driehoek.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 a Een ongelijkbenige driehoek. Scherphoekig met een hoek van 80 °. Teken één been. Kies zelf de lengte Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje 80° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje. Teken ze bijna zo lang als de eerste zijde. Verbind de twee uiteinden. Je driehoek is klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 b Een gelijkbenige stomphoekige

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 b Een gelijkbenige stomphoekige driehoek. De stompe hoek meet 110 °. Teken één been. Kies zelf de lengte Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje 110° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje. Teken ze even lang als de eerste zijde. Verbind de twee uiteinden. Je driehoek is klaar.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 c Een rechthoekige driehoek

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 c Een rechthoekige driehoek die een scherpe hoek heeft van 60°. Teken één been. Kies zelf de lengte Dit lijnstuk is een zijde van jouw driehoek. De uiteinden ervan zijn dus twee hoekpunten. Leg het nulpunt van de geodriehoek op één van de twee hoekpunten. Duid met een streepje 90° aan. Teken de tweede zijde van je driehoek vanuit het hoekpunt door het streepje van de 90 °. teken ze zacht en lang. . . Leg het nulpunt van de geodriehoek op het andere hoekpunt. Duid met een streepje 60° aan. Maak de zijden zo lang dat ze elkaar raken. Je bent klaar

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 d Een gelijkbenige driehoek.

5 L week 15: ‘driehoeken tekenen’ Bladzijde 34 oefening 2 d Een gelijkbenige driehoek. De hoek tussen de gelijke benen meet 70°. Teken een hoek van 70°. Gebruik je geodriehoek om de hoek te meten. Meet een passeropening van. . . cm af. Zet de passerpunt in het hoekpunt en zet streepjes op de benen van de hoek. Verbind die nieuwe hoekpunten met een derde zijde. Je bent klaar.