4 Havo H 3 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden Paragraaf
4 Havo H 3 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden Paragraaf 3. 1 t/m 3. 6 3. 1 De economie van de stad © Noordhoff Uitgevers 2016
De kenniseconomie bloeit in steden LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 1 De economie van de stad De kenniseconomie: Een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe producten worden bedacht. Vooral steden zijn een goede locatie voor bedrijven in de kenniseconomie, omdat hier snel en eenvoudig kennis gedeeld kan worden. Zoals in Science Parks. Wat is een nadeel voor nr. 6? Het ligt ver van andere (volwassen) Science Parks vandaan.
De creatieve sector LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 1 De economie van de stad Broedplaatsen voor de creatieve sector zijn ook belangrijk voor de economie. Waarom? De creatieven maken veel gebruik van stedelijke voorzieningen. Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.
De creatieve stad (1) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 1 De economie van de stad Een architect = zakelijke creatieve dienstverlening. Waarom in voormalige kerk gevestigd? Kerk is creatief bedacht. Kerken midden in de stad: zichtbaar en bereikbaar. De omgeving (stedelijk, andere creatieve bedrijven) stimuleert de creativiteit.
De creatieve stad (2) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 1 De economie van de stad Steden proberen op twee manieren de creatieve sector aan te trekken: o Science parks ontwikkelen o Goedkope bedrijfsruimte: broedplaatsen
Banen in de creatieve sector LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 1 De economie van de stad Kenmerk creatieve steden? Groot aantal ICT’ers en mensen in creatieve en hightech beroepen. Wie profiteren? Hoog opgeleide werknemers Welke twee negatieve gevolgen? o Duale arbeidsmarkt o Sociale ongelijkheid
4 Havo H 3 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden Paragraaf 3. 1 t/m 3. 6 3. 2 De stad van de toekomst © Noordhoff Uitgevers 2016
De veranderende stad LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 2 De stad van de toekomst Waarom zijn steden aantrekkelijk voor de meeste mensen en bedrijven? o Hoge bevolkingsdichtheid o Veel voorzieningen Met welke uitdagingen op het gebied van duurzaamheid krijgen groeiende steden te maken? o Luchtvervuiling o Afvalstromen o CO 2 -uitstoot
De veranderende stad LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 2 De stad van de toekomst Sommige steden krijgen te maken met bevolkingskrimp. Steden aan de ‘randen’ van Nederland zoals Terneuzen, Doetinchem, Heerlen en Delfzijl. Waarom moeten krimpende steden zich blijven ontwikkelen? o Vergrijzing, ontgroening o Leegstand o Dalende vraag naar voorzieningen
Duurzame stad LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 2 De stad van de toekomst Duurzame steden zijn energieneutraal en recyclen het afval. Welke aanpassingen kunnen steden doen om duurzame steden (sustainable cities) te worden? o Gebouwen isoleren o Gebruiken van duurzame energiebronnen o Flexibel in te richten gebouwen o Stadstuinen o Efficiënt en schoon vervoer o Het ‘Nieuwe Werken’
Slimme oplossingen LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 2 De stad van de toekomst Een smart city maakt maximaal gebruik van digitale technologie, computers en het internet. Statistieken en gemeentelijke financiën zijn openbaar: open data Door bijvoorbeeld airbnb wordt een stad aantrekkelijker voor bezoekers. Wie hebben er nadeel van? o Hotels o Buren
4 Havo H 3 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden Paragraaf 3. 1 t/m 3. 6 3. 3 Verstedelijking en het bestuur © Noordhoff Uitgevers 2016
Bestuurlijke niveaus LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 3 Verstedelijking en het bestuur Het openbaar bestuur werkt op de drie schaalniveaus samen aan ruimtelijke ordening. Van hoog naar laag schaalniveau: o Rijk o 12 provincies o 388 gemeenten (1 -1 -2017) Welk schaalniveau ontbreekt op de kaart? Gemeentelijk niveau o Let op: hiërarchie! o Beleid van lager niveau mag niet tegen beleid van hoger niveau ingaan.
Bestuurlijke samenwerking LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 3 Verstedelijking en het bestuur Er zijn 22 stadsgewesten in Nederland. Waarom bepaalt de stadsgewest het aantal nieuwbouwwoningen en niet de gemeentes? Afstemming tussen gemeenten nodig, voorkomen leegstand of tekort. Bijvoorbeeld: groeiende stad, krimpende groeikernen.
Regionale samenwerking LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 3 Verstedelijking en het bestuur Amersfoort overlegt met omliggende gemeenten over nieuwe recreatiemogelijkheden. Dit heet regionale samenwerking. Welke relaties hebben al deze gemeenten met Amersfoort? o werk (forensisme) o voorzieningen (winkels, horeca, ziekenhuis, opleidingen, recreatiemogelijkheden)
Samenwerking overheid en bedrijven LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 3 Verstedelijking en het bestuur De overheid werkt samen met bedrijven bij grote bouwprojecten. De publieke sector behartigt de belangen van ons allemaal. De private sector levert geld en specialistische kennis. Door middel van publiek-private samenwerking wordt de Amsterdamse Zuidas groener en is er plaats voor recreatie.
4 Havo H 3 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden Paragraaf 3. 1 t/m 3. 6 3. 4 Vernieuwde stad © Noordhoff Uitgevers 2016
Mix van woonwijken LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 4 Vernieuwde stad Steden hebben een goede mix van woonwijken nodig. Meer dan voorheen blijven jongeren na een opleiding in de stad wonen. Daardoor is er in steden een gevarieerde bevolkingssamenstelling. Er zijn wijken nodig voor verschillende soorten mensen in verschillende sociaaleconomische klassen.
Herstructurering LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 4 Vernieuwde stad Geschiedenis van stedelijke vernieuwingen Vanaf 1970 verkrotting oudere wijken. Wat deden de welvarender gezinnen? Zij trokken de stad uit, naar de groeikernen. Er ontstond suburbanisatie. Vanaf 1980: stadsvernieuwing. Welke twee maatregelen? 1 sanering en 2 renovatie van sociale huurwoningen. Gevolg voor bevolkingssamenstelling? eenzijdig: weinig koopkracht , met name ouderen, studenten en immigranten.
Herstructurering LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 4 Vernieuwde stad Vanaf 1990 werd de stad weer aantrekkelijker. Studenten en creatieven knapten woningen op. De overheid paste herstructurering toe om de stad aantrekkelijk te maken. Welke twee maatregelen? o Huurwoningen slopen o Duurdere koopwoningen bouwen Twee gevolgen: o Bevolkingssamenstelling verandert: rijkere mensen met meer koopkracht o Hoger voorzieningenniveau
Gentrification LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 4 Vernieuwde stad Herstructurering Veranderende bevolkingssamenstelling Stijgend voorzieningenniveau o Dure winkels o Galeries o Crèches Aantrekkelijker voor rijkere inwoners Gentrification
Segregatie LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 4 Vernieuwde stad Bij stadsvernieuwing en herstructurering: o mix van koopwoningen en sociale huurwoningen o arm en rijk wonen door elkaar. Toch wel één vorm van segregatie. Welke zie je op de kaart? Segregatie naar etnische achtergrond.
Probleemwijken LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 4 Vernieuwde stad Kenmerken van probleemwijken: o Goedkope huurwoningen o Eenzijdige bevolkingssamenstelling o Sociaaleconomisch kansarme bewoners o Slechte woonomgeving Welke wijken? o Negentiende-eeuwse arbeiderswijken (niet geherstructureerd) o Naoorlogse flatwijken
4 Havo H 3 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden Paragraaf 3. 1 t/m 3. 6 3. 5 Het buurtprofiel © Noordhoff Uitgevers 2016
Het buurtprofiel LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 5 Het buurtprofiel Een buurt of wijk is een deel van een stad. o Woningkenmerken 1. Ouderdom 2. Eigendom Stadsbestuurders maken een buurtprofiel op basis van gegevens van politie, scholen, welzijnswerk en woningcorporaties. Het profiel bestaat uit drie dingen 3. Woningtype 4. Staat van onderhoud o Bewonerskenmerken 1. Grootte van huishouden 2. Etniciteit 3. Inkomen 4. Gezinsfase 5. Leeftijd o Kenmerken van de woonomgeving (§ 6)
Woningkenmerken (1) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 5 Het buurtprofiel Woningkenmerken? ± 1910, woningbouwcorporatie, etagewoningen, goed onderhouden.
Bewonerskenmerken (1) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 5 Het buurtprofiel Bewonerskenmerken? Kleine huishoudens, veel allochtonen, laag inkomen, veel alleenstaanden.
Woningkenmerken (2) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 5 Het buurtprofiel Woningkenmerken? Jaren 60, corporatie, galerijflat, vaak redelijk goed onderhouden.
Bewonerskenmerken (2) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 5 Het buurtprofiel Bewonerskenmerken? Ruime flats: grotere huishoudens met kinderen, veel allochtonen, laag-midden inkomen.
Woningkenmerken (3) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 5 Het buurtprofiel Woningkenmerken? Na 1990, koop en ± 30% sociale huur, rijtjes / appartementen, vrijstaand, goed onderhouden, want nieuw.
Bewonerskenmerken (3) LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 5 Het buurtprofiel Bewonerskenmerken? Gemiddeld grotere huishoudens, hogere inkomens, autochtonen, gezinnen met kinderen.
4 Havo H 3 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden Paragraaf 3. 1 t/m 3. 6 De woonomgeving © Noordhoff Uitgevers 2016
Sociale veiligheid LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 6 De woonomgeving Weinig overlast en verloedering? Goede sociale veiligheid Vandalisme, graffiti, zwerfvuil, hondenpoep? Hinder door harde muziek, hangjongeren, intimidatie? Slechte leefbaarheid Objectieve veiligheid? (On)veiligheid gemeten aan het aantal criminele feiten door de politie geteld. Subjectieve veiligheid? Het gevoel van (on)veiligheid dat veel mensen in een buurt kunnen hebben.
Veiligheid in de woonomgeving LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 6 De woonomgeving Objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid
Sociale veiligheid in de openbare ruimte LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 6 De woonomgeving Openbare ruimte kun je beoordelen op vier aspecten van sociale veiligheid, namelijk: o o Toegankelijkheid Onderhoud Overzichtelijkheid Toezicht Hoe is dat hier? Sociaal onveilig: o niet af te sluiten, o slecht onderhoud, o onoverzichtelijk en o er is geen toezicht.
Sociale cohesie LEEFOMGEVING > Stedelijke gebieden > 3. 6 De woonomgeving Hoe blijkt sociale cohesie? Actieve burgers, buurtvoorzieningen Wat doet dat voor de leefbaarheid? Leefbaarheid verbetert, want verhoging subjectieve sociale veiligheid.
- Slides: 36