28 oktober 2014 Heupdysplasie Heleen Staal Wat is
28 oktober 2014 Heupdysplasie Heleen Staal
Wat is heupdysplasie CHD: Congenital Hip Dysplasia DDH: Developmental Dysplasia of the Hip Onderontwikkeling van het heupgewricht Heupdysplasie bij volwassenen: abnormaal acetabulum
De ontwikkeling van het heupgewricht Embryonaal: 5 e week knoppen van de armen en benen 6 e - 8 e week vroege ontwikkeling van het heupgewricht 12 e week proximale femur / bovenbeen is verbeend 16 e – 20 ste Y-vormig-kraakbeen, 3 kernen van het os ilium, het os ischium en het os pubis
De ontwikkeling van het heupgewricht Na geboorte Eerste levensjaar de verbening van de heupkop. 1 ste -16 de jaar opbouw van het pandak, het labrum Ontwikkeling van heupkop en heupkom gekoppeld proces: Mooi gevormde kop ontstaat in een mooi gevormde pan Discongruentie kan dysplasie van het heupgewricht tot gevolg hebben
Verschijningsvormen 1. Heupdysplasie 2. Luxeerbare heup / subluxatie 3. Heup luxatie
Stadiering Graad 1. De femurkop is instabiel en kleiner (op Rx) Het acetabulum is ondiep Graad 2. De femurkop is gesubluxeerde buiten het centrum Graad 3. De femurkop staat geluxeerd en heeft de kraakbeenrand van het acetabulum, de limbus, gepasseerd en staat buiten het acetabulum tegen de bekkenvleugel.
Onrijpe heupen Bij geboorte nog niet perfect gevormd Spontaan herstel in eerste levensweken (2 -8) Geen behandeling nodig
Onrijpe Luxeerbare heup 10 -20/1000 pasgeborenen 60% hersteld < 1 week 90% hersteld < 2 maanden 10% blijvende luxatie = 1 -2/1000
Echte congenitale heupluxatie 1 -2% van perinatale luxaties niet reponibel bij geboorte • Chromosomale afwijkingen • Arthrogryposis • Larsen’s syndrome Operatieve therapie = multipel en controversieel
DDH Incidentie in Nederland 1 in 100 kinderen DDH 1 -2 in 1000 kinderen luxatie Meisjes vier keer zo vaak tov jongens Meisjes ernstiger Regio’s in Nederland vaker in gesloten gemeenschappen. Etnische groepen, bakeren
Kans op DDH in Nederland Gemiddeld 1, 4 - 3, 9% Familiair belast 1 maal 6%. Familiair belast 2 of meer maal 36%.
DDH Bilateral (20%) of unilateral (li vaker geluxeerd) Geassocieerd aan andere ziekten: • Toegenomen laxiteit (Ehlers Danlos, Down) • Spierziektes • Spina bifida
Ethiologie oorzaak Multifactorieel Te weinig ruimte in de baarmoeder (stuit, groot kind, etc) Hormonale problemen moeder (relaxine) Genetisch (Caucasisch, Lappen etc. Chromossom 13) Bakeren of anderen gefixeerde posities
Risicofactoren DDH Geslacht (80% vrouw) Pos. familie anamnese Stuitligging Onderbeen deformiteit Torticollis Metatarsus adductus Oligohydramnion Musculoskeletale aandoening Ras
Diagnose DDH Anamnese Lichamelijk onderzoek Röntgenfoto Echo
Symptomen Beenlengteverschil Minder bewegelijkheid mn adductie (moeilijk luieren) Plooien verschil Ouder kind Waggelen, eendengang
Lichamelijk onderzoek h beenlengteverschil Abd beperking Ass bilplooi
Ortholani ”repositietest”
Barlow “luxatietest”
Aanvullend onderzoek Röntgenopname
Aanvullend onderzoek Echo
Behandeling Pavlikbandage < 6 mnd Camp spreider > 6 mnd Luxabele heup: 6 -12 wkn fulltime succes: 85%
Open als gesloten faalt Gipsspica 12 wk (evt eerst huidtractie) Open reductie indien conservatief faalt
Waarom behandelen? Het correct plaatsen van de femurkop in het acetabulum is een absolute voorwaarde voor een verdere normale ontwikkeling van het heupgewricht. • Onbehandelde heupdysplasie • Abnormale groei • Vroegtijdige degeneratie • Gestoord gangpatroon • Chronische pijn heup, de knie en de lage rug Het risico op deze complicaties bij onbehandelde heupdysplasie is niet goed gedefinieerd!
Late gevolgen van DDH is verantwoordelijk voor 29% van de totale heupvervangingen bij patiënten onder de 60! Hoe betrouwbaar? Lange termijn effecten?
Conclusie Doel van behandeling: Normale anatomie heup aan het eind van de groeiperiode Belangrijkste is vroegtijdige ontdekking en behandeling van DDH
VRAGEN?
- Slides: 27