14 Wacht op de HEER wees dapper en

  • Slides: 29
Download presentation

14 Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER.

14 Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER.

2 Kwaadwilligen kwamen op mij af om mij levend te verslinden, mijn vijanden belaagden

2 Kwaadwilligen kwamen op mij af om mij levend te verslinden, mijn vijanden belaagden mij, maar zij struikelden, zij vielen.

3 Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al

3 Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al woedde er een oorlog tegen mij, nog zou ik mij veilig weten.

4 Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen

4 Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel.

5 Hij laat mij schuilen onder zijn dak op de dag van het kwaad,

5 Hij laat mij schuilen onder zijn dak op de dag van het kwaad, hij verbergt mij veilig in zijn tent, hij tilt mij hoog op een rots.

wees genadig en antwoord mij. 9 verberg uw gelaat niet voor mij, wijs uw

wees genadig en antwoord mij. 9 verberg uw gelaat niet voor mij, wijs uw dienaar niet af in uw toorn. U bent mij altijd tot hulp geweest, verstoot mij niet, verlaat mij niet, God, mijn behoud.

3 maar God zei tegen mij: “Jij zult voor mijn naam geen huis bouwen,

3 maar God zei tegen mij: “Jij zult voor mijn naam geen huis bouwen, want je hebt oorlogen gevoerd en bloed vergoten. ”

11 Wijs mij uw weg, HEER, leid mij op een effen pad, bescherm mij

11 Wijs mij uw weg, HEER, leid mij op een effen pad, bescherm mij tegen mijn vijanden, 12 lever mij niet uit aan mijn belagers.

13 Mag ik niet verwachten de goedheid van de HEER te zien in het

13 Mag ik niet verwachten de goedheid van de HEER te zien in het land van de levenden?

14 Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER.

14 Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER.

6 Wees vastberaden en standvastig. Er is geen enkele reden om bang voor hen

6 Wees vastberaden en standvastig. Er is geen enkele reden om bang voor hen te zijn, want het is de HEER, uw God, die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde wijken en u niet verlaten. ’ 7 Toen riep Mozes Jozua bij zich en ten overstaan van alle Israëlieten zei hij tegen hem: ‘Wees vastberaden en standvastig, want jij zult het volk het land binnenleiden dat de HEER onder ede aan hun voorouders had beloofd, en onder jouw leiding zullen ze het in bezit nemen.

8 De HEER zelf gaat voor je uit, hij zal je bijstaan en geen

8 De HEER zelf gaat voor je uit, hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken. Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen. ’

9 Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden

9 Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij. ’

20 Tot slot zei David tegen zijn zoon Salomo: ‘Wees vastberaden en standvastig, ga

20 Tot slot zei David tegen zijn zoon Salomo: ‘Wees vastberaden en standvastig, ga aan het werk, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want God, de HEER, mijn God, staat je terzijde. Hij zal je niet verlaten en niet van je zijde wijken zolang de uitvoering van het werk aan de tempel van de HEER niet is voltooid.

17 Ze versterkten door hun komst het koninkrijk Juda en waren gedurende de eerste

17 Ze versterkten door hun komst het koninkrijk Juda en waren gedurende de eerste drie jaar een steun voor Rechabeam, de zoon van Salomo, doordat ze die eerste drie jaren het voorbeeld van David en Salomo volgden.

6 Jerobeam, de zoon van Nebat, was een dienaar van Salomo, de zoon van

6 Jerobeam, de zoon van Nebat, was een dienaar van Salomo, de zoon van David. Hij kwam tegen zijn heer in opstand, 7 en samen met de leeglopers en nietsnutten die zich bij hem hadden aangesloten, wist hij Rechabeam, de zoon van Salomo, te trotseren. Rechabeam was nog te jong en onervaren om hun weerstand te bieden.

7‘Wees vastberaden en standvastig. Laat u door de koning van Assyrië en de grote

7‘Wees vastberaden en standvastig. Laat u door de koning van Assyrië en de grote legermacht die hij bij zich heeft geen angst aanjagen, want wij zijn sterker dan hij:

3 Geef kracht aan trillende handen, maak knikkende knieën sterk. 4 Zeg tegen het

3 Geef kracht aan trillende handen, maak knikkende knieën sterk. 4 Zeg tegen het moedeloze volk: ‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God komt met zijn wraak. Gods vergelding zal komen, hijzelf zal jullie bevrijden. ’