1 vergelijkingen Vraagstukken oplossen met behulp van een
1. vergelijkingen Vraagstukken oplossen met behulp van een vergelijking
Structuur 1. Keuze van de onbekende 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin 4. Controle START: opgave goed lezen en begrijpen! 3 ‘soorten’ vraagstukken
Dries is 4 jaar ouder dan Alissa. De som van hun leeftijden is 26 jaar. Hoe oud zijn Dries en Alissa? 1. Keuze van de onbekende Leeftijd Alissa = x Leeftijd Dries = x + 4 TIP: stel x g elijk aan de waarde waa r je het min st letterlijk ove r weet
Dries is 4 jaar ouder dan Alissa. De som van hun leeftijden is 26 jaar. Hoe oud zijn Dries en Alissa? 1. Keuze van de onbekende TIP: zoek in opgave een gelijkh eid Leeftijd Alissa = x Leeftijd Dries = x + 4 2. Vergelijking opstellen en oplossen Leeftijd Alissa + x + Leeftijd Dries x+4 = 26
Dries is 4 jaar ouder dan Alissa. De som van hun leeftijden is 26 jaar. Hoe oud zijn Dries en Alissa? 2. Vergelijking opstellen en oplossen
Dries is 4 jaar ouder dan Alissa. De som van hun leeftijden is 26 jaar. Hoe oud zijn Dries en Alissa? 1. Keuze van de onbekende Leeftijd Alissa = x Leeftijd Dries = x + 4 x+4 = 11+4 =15 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin Alissa is 11 jaar en Dries is 15 jaar. 4. Controle Som leeftijden is 26: 11 + 15 = 26
Je bioscoopticket kost € 11, 30. Voor een flesje frisdrank moet je € 2, 50 neertellen. Voor maximaal hoeveel euro mag je snoep scheppen als je van je ouders € 20 kreeg? 1. Keuze van de onbekende Prijs snoep = x Prijs snoep + Prijs ticket + Prijs drank Prijs ticket = 11, 30 = zakgeld Prijs drank= 2, 50 Zakgeld = 20 2. Vergelijking opstellen en oplossen x + 11, 30 + 2, 50 = 20
Je bioscoopticket kost € 11, 30. Voor een flesje frisdrank moet je € 2, 50 neertellen. Voor maximaal hoeveel euro mag je snoep scheppen als je van je ouders € 20 kreeg? 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin Je kan maximaal voor 6, 20 euro snoep scheppen. 4. Controle Som van alle bedragen = 20 euro ? 11, 30+2, 50+6, 20=20
1. vergelijkingen Vraagstukken oplossen met behulp van een vergelijking: tijdsvraagstukken
Structuur 1. Keuze van de onbekende Tabel met 2 of meerdere kolommen/rijen 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin 4. Controle
Frederik is dubbel zo oud als Ali. Over 8 jaar zal Frederik 12 jaar ouder zijn dan Ali. Hoe oud zijn Ali en Frederik ? (= nu) 1. Keuze van de onbekende TIP 1: tabel met tijden TIP 2: vul 2 e tijd uit hoofd in nu Leeftijd Frederik Leeftijd Ali 2 x x over 8 j 2 x+8
Frederik is dubbel zo oud als Ali. Over 8 jaar zal Frederik 12 jaar ouder zijn dan Ali. Hoe oud zijn Ali en Frederik ? 1. Keuze van de onbekende nu Leeftijd Frederik Leeftijd Ali 2 x x over 8 j 2 x+8 = x+8 +12 Zoek in opgave info nog niks mee gedaan gelijkheid mee maken
Frederik is dubbel zo oud als Ali. Over 8 jaar zal Frederik 12 jaar ouder zijn dan Ali. Hoe oud zijn Ali en Frederik ? 2. Vergelijking opstellen en oplossen
Frederik is dubbel zo oud als Ali. Over 8 jaar zal Frederik 12 jaar ouder zijn dan Ali. Hoe oud zijn Ali en Frederik ? 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin
Frederik is dubbel zo oud als Ali. Over 8 jaar zal Frederik 12 jaar ouder zijn dan Ali. Hoe oud zijn Ali en Frederik ? 1. Keuze van de onbekende nu Leeftijd Frederik Leeftijd Ali 2 x x over 8 j 2 x+8
Frederik is dubbel zo oud als Ali. Over 8 jaar zal Frederik 12 jaar ouder zijn dan Ali. Hoe oud zijn Ali en Frederik ? 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin Ali is 12 jaar en Frederik is er 24. 4. Controle Ali is 12 jaar en Frederik is er 24 8 j later: Ali is 12+8=20 jaar en = gebruikt in berekening = niet de controle Frederik is 24+8=32 jaar = Ali + 12 jaar
Sabine is 24 jaar jonger dan haar moeder. 3 jaar geleden was de moeder 3 keer zo oud als haar dochter. 1. Keuze van de onbekende nu Leeftijd Sabine Leeftijd moeder x-24 x 3 j geleden x-24 -3 x-3 = 3. ( x-24 -3 ) Zoek in opgave info nog niks mee gedaan gelijkheid mee maken
Sabine is 24 jaar jonger dan haar moeder. 3 jaar geleden was de moeder 3 keer zo oud als haar dochter. 2. Vergelijking opstellen en oplossen
Sabine is 24 jaar jonger dan haar moeder. 3 jaar geleden was de moeder 3 keer zo oud als haar dochter. 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin
Sabine is 24 jaar jonger dan haar moeder. 3 jaar geleden was de moeder 3 keer zo oud als haar dochter. 1. Keuze van de onbekende nu Leeftijd Sabine Leeftijd moeder 3 j geleden x-24 -3 x-24 x 39 -24=15 = 3. ( x-24 -3 )
Sabine is 24 jaar jonger dan haar moeder. 3 jaar geleden was de moeder 3 keer zo oud als haar dochter. 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin De moeder is 39 jaar en Sabine is er 15. 4. Controle Is de moeder 3 x zo oud 3 j geleden? Moeder: 3 j geleden: 39 -3=36 jaar Sabine: 3 j geleden: 15 -3=12 jaar dus 12. 3 = 36
1. vergelijkingen Vraagstukken oplossen met behulp van een vergelijking: waardevraagstukken
Structuur 1. Keuze van de onbekende Tabel met 2 kolommen 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin 4. Controle
15 bezoekers van een tentoonstelling brengen € 87 in het laatje. Een aantal bezoekers betaalde 5 euro Toegang, de overigen betaalden 6 euro toegang. Hoeveel bezoekers betaalden het voordelige bedrag? 1. Keuze van de onbekende aantal bezoekers Voordelig tarief Duurder tarief Totaal Zoek twee grootheden. Kolom 1 = gevraagde x 15 -x 15 bedrag in € 5. x 6. (15 -x) 87 Kolom 2 = waarde van kolom 1 = kolom 1 maal getal = voor vergelijking !
15 bezoekers van een tentoonstelling brengen € 87 in het laatje. Een aantal bezoekers betaalde 5 euro Toegang, de overigen betaalden 6 euro toegang. Hoeveel bezoekers betaalden het voordelige bedrag? 1. Keuze van de onbekende aantal bezoekers Voordelig tarief Duurder tarief Totaal x 15 -x 15 bedrag in € 5. x 6. (15 -x) 87 2. Vergelijking opstellen en oplossen 5. x + 6. (15 -x) = 87 + =
15 bezoekers van een tentoonstelling brengen € 87 in het laatje. Een aantal bezoekers betaalde 5 euro Toegang, de overigen betaalden 6 euro toegang. Hoeveel bezoekers betaalden het voordelige bedrag? 2. Vergelijking opstellen en oplossen
15 bezoekers van een tentoonstelling brengen € 87 in het laatje. Een aantal bezoekers betaalde 5 euro Toegang, de overigen betaalden 6 euro toegang. Hoeveel bezoekers betaalden het voordelige bedrag? 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin
15 bezoekers van een tentoonstelling brengen € 87 in het laatje. Een aantal bezoekers betaalde 5 euro Toegang, de overigen betaalden 6 euro toegang. Hoeveel bezoekers betaalden het voordelige bedrag? 1. Keuze van de onbekende aantal bezoekers Voordelig tarief Duurder tarief Totaal x 15 -x 15 Kolom 1 = gevraagde bedrag in € 5. x 6. (15 -x) 87
15 bezoekers van een tentoonstelling brengen € 87 in het laatje. Een aantal bezoekers betaalde 5 euro Toegang, de overigen betaalden 6 euro toegang. Hoeveel bezoekers betaalden het voordelige bedrag? 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin 3 bezoekers betaalden het goedkope tarief (en 12 het dure tarief) 4. Controle 3 bezoekers goedkope tarief en 12 bezoekers dure tarief 3. 5+12. 6 = 15+72 = 87
De keukenkast heeft 6 deuren, de boekenkast slechts 4. Als 130 kasten 576 deuren tellen, hoeveel boekenkasten zijn er dan in het magazijn?
De keukenkast heeft 6 deuren, de boekenkast slechts 4. Als 130 kasten 576 deuren tellen, hoeveel boekenkasten zijn er dan in het magazijn? 1. Keuze van de onbekende aantal kasten boekenkasten keukenkasten Totaal Zoek twee grootheden. Kolom 1 = gevraagde x 130 -x 130 aantal deuren 4. x 6. (130 -x) 576 + = Kolom 2 = waarde van kolom 1 = kolom 1 maal getal = voor vergelijking !
De keukenkast heeft 6 deuren, de boekenkast slechts 4. Als 130 kasten 576 deuren tellen, hoeveel boekenkasten zijn er dan in het magazijn? 2. Vergelijking opstellen en oplossen
De keukenkast heeft 6 deuren, de boekenkast slechts 4. Als 130 kasten 576 deuren tellen, hoeveel boekenkasten zijn er dan in het magazijn? 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin
De keukenkast heeft 6 deuren, de boekenkast slechts 4. Als 130 kasten 576 deuren tellen, hoeveel boekenkasten zijn er dan in het magazijn? 1. Keuze van de onbekende aantal kasten boekenkasten keukenkasten Totaal x 130 -x 130 aantal deuren 4. x 6. (130 -x) 576 130 -102=28 Kolom 1 = gevraagde + =
De keukenkast heeft 6 deuren, de boekenkast slechts 4. Als 130 kasten 576 deuren tellen, hoeveel boekenkasten zijn er dan in het magazijn? 2. Vergelijking opstellen en oplossen 3. Antwoordzin 102 boekenkasten (en 28 keukenkasten) telt het magazijn, 4. Controle 102. 4 + 28. 6 408 + 168 = 576
- Slides: 38