1 Geef de titel van het WOthema Alles

  • Slides: 30
Download presentation
1. Geef de titel van het WO-thema.

1. Geef de titel van het WO-thema.

Alles loopt op wieltjes

Alles loopt op wieltjes

2. Geef een ander spreekwoord met wiel.

2. Geef een ander spreekwoord met wiel.

Een spaak in de wielen steken. Het vijfde wiel aan de wagen zijn. Iemand

Een spaak in de wielen steken. Het vijfde wiel aan de wagen zijn. Iemand in de wielen rijden. Het wiel opnieuw uitvinden.

3. Zet de evolutie van de wielen in de juiste volgorde. A B C

3. Zet de evolutie van de wielen in de juiste volgorde. A B C

3. Zet de evolutie van de wielen in de juiste volgorde. B C A

3. Zet de evolutie van de wielen in de juiste volgorde. B C A

4. Waarvoor staat STOP?

4. Waarvoor staat STOP?

S: Stappen T: Trappen O: Openbaar vervoer P: Privé-vervoer

S: Stappen T: Trappen O: Openbaar vervoer P: Privé-vervoer

5. Wat verbuikt het meeste CO 2? De bus of een dieselauto?

5. Wat verbuikt het meeste CO 2? De bus of een dieselauto?

bus

bus

6. Bij welk fietsonderdeel horen volgende termen: driehoeksconstructie, metaal en kunststoffen?

6. Bij welk fietsonderdeel horen volgende termen: driehoeksconstructie, metaal en kunststoffen?

frame

frame

7. Wanneer zit je comfortabel op een fiets?

7. Wanneer zit je comfortabel op een fiets?

Wanneer je op het zadel zit En je voeten tot aan de grond komen.

Wanneer je op het zadel zit En je voeten tot aan de grond komen.

8. Welke fietsonderdeel zoeken we hier?

8. Welke fietsonderdeel zoeken we hier?

spaak

spaak

9. In welke richting gaat het kleine tandwielen draaien? Teken een pijl.

9. In welke richting gaat het kleine tandwielen draaien? Teken een pijl.

9. In welke richting gaat het kleine tandwielen draaien? Teken een pijl.

9. In welke richting gaat het kleine tandwielen draaien? Teken een pijl.

10. Hoe noemen we onderdeel 1 in een tandwielenconstructie? 1 2 3

10. Hoe noemen we onderdeel 1 in een tandwielenconstructie? 1 2 3

10. Hoe noemen we onderdeel 1 in een tandwielenconstructie?

10. Hoe noemen we onderdeel 1 in een tandwielenconstructie?

11. Het kleine wiel is de aandrijver. Zorgt deze constructievoor een versnelling of een

11. Het kleine wiel is de aandrijver. Zorgt deze constructievoor een versnelling of een vertraging?

vertraging

vertraging

12. Welke versnelling gebruikt deze jongeman het beste vooraan?

12. Welke versnelling gebruikt deze jongeman het beste vooraan?

1

1

13. Ik fiets rechtdoor het kruispunt over, de grijze auto…:

13. Ik fiets rechtdoor het kruispunt over, de grijze auto…:

Moet wachten en mij doorlaten

Moet wachten en mij doorlaten

14. Wat betekent dit verkeersbord?

14. Wat betekent dit verkeersbord?

Ik heb voorrang van rechts

Ik heb voorrang van rechts

15. Je wil oversteken met de fiets, mag je fietsen op het zebrapad?

15. Je wil oversteken met de fiets, mag je fietsen op het zebrapad?

Neen

Neen