1 De werkomgeving van autocad instellen nadat we

  • Slides: 25
Download presentation
1 De werkomgeving van autocad instellen nadat we het programma geopend hebben. Klik rechtsonder

1 De werkomgeving van autocad instellen nadat we het programma geopend hebben. Klik rechtsonder op workplace switching.

Als je de instelling op classic hebt gezet ziet je tekenscherm er ongeveer zo

Als je de instelling op classic hebt gezet ziet je tekenscherm er ongeveer zo uit. Je kunt de werkbalken zelf nog verplaatsen. (slepen) Stel autocad in op Classic en bevestig dit.

2 We gaan een zwarte achtergrond instellen omdat dit het meest duidelijk is. Klik

2 We gaan een zwarte achtergrond instellen omdat dit het meest duidelijk is. Klik in het pull down menu op Tools Klik vervolgens op Options.

Open het tabblad display en klik op Colors

Open het tabblad display en klik op Colors

Stel de kleur in op Black. Klik op apply & close om te bevestigen.

Stel de kleur in op Black. Klik op apply & close om te bevestigen.

3 De vorm van het assenkruis (X, Y) instellen en op 0, 0 zetten.

3 De vorm van het assenkruis (X, Y) instellen en op 0, 0 zetten.

Klik op view in het pull down menu Klik op display en zorg dat

Klik op view in het pull down menu Klik op display en zorg dat de instellingen hetzelfde worden als op dit blad. Origin is de oorsprong (0, 0) Klik op properties

Als je wilt dat het assenkruis er zo uitziet, klik dan op 3 D

Als je wilt dat het assenkruis er zo uitziet, klik dan op 3 D Bevestig met OK

We gaan nu een rechthoek tekenen met behulp van de functie Line. Bij dit

We gaan nu een rechthoek tekenen met behulp van de functie Line. Bij dit eerste voorbeeld werken we met een absolute maatinvoer. Dit wil zeggen dat je vanaf de oorsprong (0, 0) de begin en eindpunten van de lijn ingeeft. We werken hier met X en Y coördinaten. 200, 10 0 0, 100 0, 0 200, 0

(200, 100) 100 (0, 100) Oorsprong (0, 0) (200, 0) 200

(200, 100) 100 (0, 100) Oorsprong (0, 0) (200, 0) 200

Om de coördinaten absoluut in te geven moeten we eerst een instelling goedzetten. Klik

Om de coördinaten absoluut in te geven moeten we eerst een instelling goedzetten. Klik met de linker muisknop op Dynamic input. Klik met de rechtermuisknop op Dynamic input en vervolgens op settings

Klik met de linker muisknop op Settings

Klik met de linker muisknop op Settings

Stel de instellingen in zoals op dit blad Bevestig met OK

Stel de instellingen in zoals op dit blad Bevestig met OK

Klik op Line Acad vaagt om de coordinaten van het 1 e punt. Geef

Klik op Line Acad vaagt om de coordinaten van het 1 e punt. Geef in 0, 0 De X en de Y coördinaat moeten door een komma gescheiden worden! Geef het 2 e punt in. (200, 0) ENTER

Geef het 3 e punt in. (200, 100) ENTER Geef het 4 e punt

Geef het 3 e punt in. (200, 100) ENTER Geef het 4 e punt in. (0, 100) ENTER

Geef het laatste punt in. (0, 0) ENTER Klik op de rechtermuisknop of toets

Geef het laatste punt in. (0, 0) ENTER Klik op de rechtermuisknop of toets escape zodat de lijn loslaat Sla deze fig. op als: tekabsoluut. dwg

We gaan nu weer dezelfde rechthoek tekenen met behulp van de functie Line. Bij

We gaan nu weer dezelfde rechthoek tekenen met behulp van de functie Line. Bij dit tweede voorbeeld werken we met een relatieve maatinvoer. Dit wil zeggen dat je het eindpunt van de lijn ingeeft tov het beginpunt. . Dus nu niet ten opzichte van de oorsprong (0, 0) , maar ten opzichte van het laatst getekende punt. @0, 100 @-200, 100 @200, 0

Om de coördinaten relatief in te geven moeten we eerst een instelling goedzetten. Klik

Om de coördinaten relatief in te geven moeten we eerst een instelling goedzetten. Klik met de linker muisknop op Dynamic input. Klik met de rechtermuisknop op Dynamic input en vervolgens op settings

Klik met de linker muisknop op Settings

Klik met de linker muisknop op Settings

Stel de instellingen in zoals op dit blad Bevestig met OK

Stel de instellingen in zoals op dit blad Bevestig met OK

Klik op Line Acad vaagt om de coordinaten van het 1 e punt. Geef

Klik op Line Acad vaagt om de coordinaten van het 1 e punt. Geef in 0, 0 Aan het @ teken kun je zien dat het relatieve coordinaten zijn. Geef het 2 e punt in. (200, 0) ENTER

Geef het 3 e punt in: (0, 100) ENTER Geef het 4 e punt

Geef het 3 e punt in: (0, 100) ENTER Geef het 4 e punt in. (-200, 0) ENTER

Geef het laatste punt in. (0, -100) ENTER Klik op de rechtermuisknop of toets

Geef het laatste punt in. (0, -100) ENTER Klik op de rechtermuisknop of toets escape zodat de lijn loslaat Bij relatieve invoer: -X +X +Y -Y Sla deze fig. op als: tekrelatief. dwg

Zonder de instellingen voor absoluut en relatief in te stellen kun je toch de

Zonder de instellingen voor absoluut en relatief in te stellen kun je toch de coördinaten ingeven. Bij absolute ingave type je eerst het # teken voor de coördinaten. Bij relatieve ingave type je eerst het @ teken voor de coördinaten. Bijvoorbeeld @100, 50 of #300, 40 Let op ! Absolute coördinaten zijn nooit negatief, relatieve coördinaten kunnen dat wel zijn. ( zie dia 22 en 23)