1 Algemene Ondernemersvaardigheden AOV 2008 2009 2 Algemene

  • Slides: 21
Download presentation
1 Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV) 2008 - 2009

1 Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV) 2008 - 2009

2 Algemene Ondernemersvaardigheden - Geen Boek - Eigen verantwoordelijkheid - Basiskennis opstarten eigen onderneming

2 Algemene Ondernemersvaardigheden - Geen Boek - Eigen verantwoordelijkheid - Basiskennis opstarten eigen onderneming - 2008 – 2009: 3 blokken

3 Algemene Ondernemersvaardigheden • Blok 1: Periode 1 -2 – Renteberekeningen – Loonberekeningen –

3 Algemene Ondernemersvaardigheden • Blok 1: Periode 1 -2 – Renteberekeningen – Loonberekeningen – Verzekeringskosten – Afschrijven – BTW berekening – Exploitatie-overzicht

4 Algemene Ondernemersvaardigheden • Blok 2: Periode 2 -3 – Leidinggeven – Organisatiestructuren –

4 Algemene Ondernemersvaardigheden • Blok 2: Periode 2 -3 – Leidinggeven – Organisatiestructuren – Taakverdeling – Organisatieontwerp – Organigram

5 Algemene Ondernemersvaardigheden • Blok 3: Periode 3 -4 – Planning – Netwerkplanning

5 Algemene Ondernemersvaardigheden • Blok 3: Periode 3 -4 – Planning – Netwerkplanning

6 Algemene Ondernemersvaardigheden Vragen?

6 Algemene Ondernemersvaardigheden Vragen?

7 Algemene Ondernemersvaardigheden • Deze les: – Uitleg 7 kostensoorten – Verdieping 1 e

7 Algemene Ondernemersvaardigheden • Deze les: – Uitleg 7 kostensoorten – Verdieping 1 e kostensoort – Rekensommen

8 Algemene Ondernemersvaardigheden • 7 kostensoorten 1. Kosten van Vermogen (Alles wat je bezit)

8 Algemene Ondernemersvaardigheden • 7 kostensoorten 1. Kosten van Vermogen (Alles wat je bezit) 2. Kosten van Arbeid (Personeel) 3. Kosten van Diensten van derden (Hulp van buiten de onderneming) 4. Kosten van Belastingen 5. Kosten van Duurzame productiemiddelen 6. Kosten van Goederen 7. (Kosten van de Grond)

9 Algemene Ondernemersvaardigheden • Kosten van Vermogen – Vermogen: Eigen Vermogen en Vreemd Vermogen

9 Algemene Ondernemersvaardigheden • Kosten van Vermogen – Vermogen: Eigen Vermogen en Vreemd Vermogen – Rentekosten (vergoeding voor Vreemd Vermogen)

10 Algemene Ondernemersvaardigheden • Rentekosten bepalen: – Bedrag (k) – Looptijd (t) – Rentepercentage(p)

10 Algemene Ondernemersvaardigheden • Rentekosten bepalen: – Bedrag (k) – Looptijd (t) – Rentepercentage(p) – Formule: Rentekosten = k x t x p 100 x 1

11 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 1: – Je leent € 5000, - tegen 5%

11 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 1: – Je leent € 5000, - tegen 5% rente gedurende 3 jaar. – Bereken de rentekosten.

12 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 1: – Rentekosten = k x t x

12 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 1: – Rentekosten = k x t x p 100 x 1 – 5000 x 3 x 5 = € 750, 100

13 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 2: – Je leent € 15, - tegen 10%

13 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 2: – Je leent € 15, - tegen 10% rente gedurende 2 maanden. – Bereken de rentekosten.

14 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 2: – Rentekosten = k x t x

14 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 2: – Rentekosten = k x t x p 100 x 12 – 15 x 2 x 10 = € 0, 25 1200

15 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 3 a: – Je leent € 10 000, -

15 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 3 a: – Je leent € 10 000, - van 6 januari 2007 t/m 5 mei 2007 tegen 5%. – Bereken de rentekosten. Tips: -1 jaar heeft 360 dagen (12 x 30) - De 1 e dag van de gehele periode tel je niet mee in je berekening, de laatste dag van de gehele periode wel.

16 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 3 a: – 24 (jan) + 30 (feb)

16 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 3 a: – 24 (jan) + 30 (feb) + 30 (maart) + 30 (april) + 5 (mei) = 119 dagen – Rentekosten = k x t x p 100 x 360 – 10 000 x 119 x 5 = € 165, 28 36 000

17 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 3 b: – Je leent € 10 000, -

17 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 3 b: – Je leent € 10 000, - van 6 januari 2007 t/m 5 mei 2007 tegen 5%. – Bereken de rentekosten als je van het juiste aantal dagen uitgaat.

18 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 3 b: – (6 januari t/m 31 januari

18 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 3 b: – (6 januari t/m 31 januari =) 25 + (1 februari t/m 28 februari) 28 + (1 maart t/m 31 maart) 31 + (1 april t/m 30 april) 30 + ( 1 mei t/m 5 mei) 5 = 119 – Rentekosten = k x t x p 100 x 365 – 10 000 x 119 x 5 = € 163, 01 36 500

19 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 4: – Je hebt een lening van € 20

19 Algemene Ondernemersvaardigheden • Voorbeeld 4: – Je hebt een lening van € 20 000, - op 1 januari 2008. Het rentepercentage bedraagt 3, 25%. Op 1 juni los je € 10 000, - af. Op 1 september wordt de rente verhoogd naar 3, 3%. – Bereken de rentekosten van 2008.

20 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 4: € 20 000 3, 25% € 10

20 Algemene Ondernemersvaardigheden • Uitwerking voorbeeld 4: € 20 000 3, 25% € 10 000 3, 25% 3, 3% . 1 januari 5 mnd 1 juni 3 mnd 1 september 4 mdn 31 december – Rentekosten = k x t x p 100 x 12 – Rentekosten van 1 januari – 1 juni 20 000 x 5 x 3, 25 = € 270, 83 1200 – Rentekosten van 1 juni – 1 september 10 000 x 3, 25 = € 81, 25 1200 – Rentekosten van 1 september – 31 december 10 000 x 4 x 3, 3 = € 110, 1200 € 270, 83 + € 81, 25 + € 110, - = € 462, 08

21 Algemene Ondernemersvaardigheden Vragen?

21 Algemene Ondernemersvaardigheden Vragen?